Mijn ziel antwoordt in muziek
Rabindranath Tagore (1861 - 1941)
Vraag: Hoe kunt u er zo zeker van zijn dat erkenning van
bewustzijn als de oergrond van al het bestaande hét antwoord is op de harde vraag?
Antwoord: Nadat ik eenmaal had ingezien dat bewustzijn de oergrond is van al het zijnde en begrepen had dat we een wetenschap op die metafysische basis kunnen laten stoelen, was voor mij de noodzaak van filosofische speculaties weggevallen. In mijn hart koester ik de hypothese dat er in de spirituele literatuur van de wereld zeer veel inzicht in - en veel empirische data met betrekking tot - de aard van het bewustzijn en zijn manifestaties is.
Het blijft echter moeilijk om de geldigheid van deze inzichten en data te onderkennen zonder zelf een duik te nemen in de spiritualiteit. Ik maak gebruik van de mystieke wereldliteratuur - in combinatie met mijn persoonlijke spirituele praktijk - als richtsnoer voor mijn bewustzijnsonderzoek. Tot nu toe heeft deze benadering me niet in de steek gelaten.
(...) Het kwantumvenster - dat John van Neumann op een kier heeft gezet & ik heb het alleen maar verder opengeduwd - is een grootse uitnodiging om gebruik te maken van de waarachtige vrijheid die bewustzijn ons te bieden heeft. Het is echter ook heel angstaanjagend. Zodra je bewustzijn
als oergrond van het zijnde aanneemt, is het heel moeilijk om verder te gaan met de vaak zinloze, zuiver materialistisch-realistische onderzoeksprogramma's waaruit het leeuwendeel van alle industriële, officiële en academische onderzoekingen bestaat.
Begrijpt u de moeilijkheid.
(...) Om de overtuiging van de nieuwe, in bewustzijn gebedde wetenschap in te zien, zullen wetenschappers zich echter moeten verdiepen in alle ongerijmdheden van hun huidige zekerheden - en niet stuksgewijs, maar over de hele linie. Helaas zijn op dit moment maar weinig mensen bereid om de interdisciplinaire breedte te ontwikkelen die een dergelijke taak vereist. Dat
is een belangrijk obstakel." [Achterflap van Rabindranath Tagore – Mijn ziel antwoordt in muziek. Oorspronkelijke titel My soul answers in music ISBN 10 902841768 Uitgeverij Wereldbibliotheek - Nederland Amsterdam 2000
Er is een film over Rabindranath Tagore 'Geloof is de vogel die zingt in de nacht' , die in een aantal filmhuizen en bij OHM (Organisatie Hindoe Media), te zien was. De Oosterse Renaissance, Krishnamurti, Frederik van Eeden, Einstein, Meher Baba, Ramana Maharshi, Erasmus, Spinoza - het zaad van de eeuwige wijsheid vond weer eens vruchtbare aarde in oog en oor van de camera.
In de film wordt onderzocht en verkend hoe verrassend actueel het pleidooi, dat Tagore meer dan 90 jaar geleden in de Remonstrantse kerk te Rotterdam hield - om bruggen te slaan tussen oost en west, spiritualiteit en materialisme, vrouw en man, persoonlijke groei en culturele achtergrond – anno nu is.
Tagore schrijft:
'Uit vreugde worden levende wezens geboren;
naar vreugde zijn zij op weg
en in vreugde gaan zij binnen.'
In Ajit Mookerjee's album Tantra Asana, a way to self-realization (Ravi Kumar, Basel-Paris- New Delhi 1971) heet het, de eerste tekst in Sanskriet en Engels:
From Pure Joy springs all creation;
by Joy it is sustained,
towards joy it
proceeds and to Joy it returns.
Hoe het individu het collectief wordt.
Hij spreekt over de gedaanteverwisseling van één enkele boom en het is Lente op de hele aarde. (Indu Dutt).
Hoe hij zich bewust van zijn taak wordt: Tagore en zijn wegbereiders (A. Klaver, Ploegsma MCMXX); elders lees ik hoe hij uit Engeland weer naar Bengalen terugkeert en zich dan in dienst stelt van het ideaal zijns vaders: de opvoeding van de jeugd voor wereldbroederschap.
Zijn school bestaat nog altijd in Santiniketan.
Hij wees op het geloof in cyclisch leven, waar het inderdaad in een wereldreligie om gaat:
"Bij het licht van dat geloof ziet de dichter leven en dood. Het leven - dat is met gouden harp gestemd in de ochtendzon, Gods lof te zingen in duistere wereldtempel te middernacht."
Zo voelt dat ook aan, in Kali Yuga, maar, zoals de raszuivere communist Bertold Brecht dat
formuleerde:"Auch in den finstersten Zeiten wird gesungen werden."
Mij spreekt de blomme een tale
mij is elk kruid beleefd
mij groet het altemale
ga door, Guido, ga door..
Dat God geschapen heeft!
Rabindranath Tagore (1861 - 1941)
Vraag: Hoe kunt u er zo zeker van zijn dat erkenning van
bewustzijn als de oergrond van al het bestaande hét antwoord is op de harde vraag?
Antwoord: Nadat ik eenmaal had ingezien dat bewustzijn de oergrond is van al het zijnde en begrepen had dat we een wetenschap op die metafysische basis kunnen laten stoelen, was voor mij de noodzaak van filosofische speculaties weggevallen. In mijn hart koester ik de hypothese dat er in de spirituele literatuur van de wereld zeer veel inzicht in - en veel empirische data met betrekking tot - de aard van het bewustzijn en zijn manifestaties is.
Het blijft echter moeilijk om de geldigheid van deze inzichten en data te onderkennen zonder zelf een duik te nemen in de spiritualiteit. Ik maak gebruik van de mystieke wereldliteratuur - in combinatie met mijn persoonlijke spirituele praktijk - als richtsnoer voor mijn bewustzijnsonderzoek. Tot nu toe heeft deze benadering me niet in de steek gelaten.
(...) Het kwantumvenster - dat John van Neumann op een kier heeft gezet & ik heb het alleen maar verder opengeduwd - is een grootse uitnodiging om gebruik te maken van de waarachtige vrijheid die bewustzijn ons te bieden heeft. Het is echter ook heel angstaanjagend. Zodra je bewustzijn
als oergrond van het zijnde aanneemt, is het heel moeilijk om verder te gaan met de vaak zinloze, zuiver materialistisch-realistische onderzoeksprogramma's waaruit het leeuwendeel van alle industriële, officiële en academische onderzoekingen bestaat.
Begrijpt u de moeilijkheid.
(...) Om de overtuiging van de nieuwe, in bewustzijn gebedde wetenschap in te zien, zullen wetenschappers zich echter moeten verdiepen in alle ongerijmdheden van hun huidige zekerheden - en niet stuksgewijs, maar over de hele linie. Helaas zijn op dit moment maar weinig mensen bereid om de interdisciplinaire breedte te ontwikkelen die een dergelijke taak vereist. Dat
is een belangrijk obstakel." [Achterflap van Rabindranath Tagore – Mijn ziel antwoordt in muziek. Oorspronkelijke titel My soul answers in music ISBN 10 902841768 Uitgeverij Wereldbibliotheek - Nederland Amsterdam 2000
Er is een film over Rabindranath Tagore 'Geloof is de vogel die zingt in de nacht' , die in een aantal filmhuizen en bij OHM (Organisatie Hindoe Media), te zien was. De Oosterse Renaissance, Krishnamurti, Frederik van Eeden, Einstein, Meher Baba, Ramana Maharshi, Erasmus, Spinoza - het zaad van de eeuwige wijsheid vond weer eens vruchtbare aarde in oog en oor van de camera.
In de film wordt onderzocht en verkend hoe verrassend actueel het pleidooi, dat Tagore meer dan 90 jaar geleden in de Remonstrantse kerk te Rotterdam hield - om bruggen te slaan tussen oost en west, spiritualiteit en materialisme, vrouw en man, persoonlijke groei en culturele achtergrond – anno nu is.
Tagore schrijft:
'Uit vreugde worden levende wezens geboren;
naar vreugde zijn zij op weg
en in vreugde gaan zij binnen.'
In Ajit Mookerjee's album Tantra Asana, a way to self-realization (Ravi Kumar, Basel-Paris- New Delhi 1971) heet het, de eerste tekst in Sanskriet en Engels:
From Pure Joy springs all creation;
by Joy it is sustained,
towards joy it
proceeds and to Joy it returns.
Hoe het individu het collectief wordt.
Hij spreekt over de gedaanteverwisseling van één enkele boom en het is Lente op de hele aarde. (Indu Dutt).
Hoe hij zich bewust van zijn taak wordt: Tagore en zijn wegbereiders (A. Klaver, Ploegsma MCMXX); elders lees ik hoe hij uit Engeland weer naar Bengalen terugkeert en zich dan in dienst stelt van het ideaal zijns vaders: de opvoeding van de jeugd voor wereldbroederschap.
Zijn school bestaat nog altijd in Santiniketan.
Hij wees op het geloof in cyclisch leven, waar het inderdaad in een wereldreligie om gaat:
"Bij het licht van dat geloof ziet de dichter leven en dood. Het leven - dat is met gouden harp gestemd in de ochtendzon, Gods lof te zingen in duistere wereldtempel te middernacht."
Zo voelt dat ook aan, in Kali Yuga, maar, zoals de raszuivere communist Bertold Brecht dat
formuleerde:"Auch in den finstersten Zeiten wird gesungen werden."
Mij spreekt de blomme een tale
mij is elk kruid beleefd
mij groet het altemale
ga door, Guido, ga door..
Dat God geschapen heeft!
Guido Gezelle (Brugge, 1830-1899), is niet verdwaald tussen de mystieke dichters. Hij was er zelf een:
In 't ruischen van het ranke riet
hoort de dichter een droevig lied,
het lied van zijn eigen bedroefde ziel.
Is dat geen echo van Rumi?
Luister naar de fluisteringen van het riet
luister hoe het weeklaagt over de scheiding...
Gezelle's gedicht eindigt met een bede tot God:
o Gij, die zelf de kranke taal
bemint van eenen rieten staal,
verwerp toch ook mijn klachte niet:
ik ! arme, kranke, klagend riet !
Uit zijn gedichten leren we Gezelle kennen als een schrijver van natuurgedichten, als een religieus
of mystiek dichter en als een oorspronkelijk taalkunstenaar. Postuum werden in 1901 de gedichten uitgegeven die men vond na zijn overlijden. Deze bundel heet Laatste verzen. Hij bevat onder meer gedichten over zijn waarneming van de schoonheid van de Schepping, vormgegeven met Gezelles karakteristieke fijngevoeligheid en beeldende kracht, en geïnspireerd door zijn diepe ontroering en religieuze verwondering over de schoonheid in alles wat leeft, wat hij zag als eerbetoon aan God, die naar zijn innerlijke overtuiging dat alles geschapen heeft. Die visie op het leven spreekt echter ook al uit een van zijn vroegere gedichten, Als de ziele luistert:
Als de ziele luistert
spreekt het al een taal dat leeft,
't lijzigste gefluister
ook een taal en teeken heeft:
blâren van de boomen
kouten met malkaar gezwind,
baren in de stroomen
klappen luide en welgezind,
wind en wee en wolken,
wegelen van Gods heiligen voet,
talen en vertolken
't diep gedoken Woord zoo zoet..
als de ziele luistert!
Uit: Driemaal XXXIII kleengedichtjes (1859).
In 't ruischen van het ranke riet
hoort de dichter een droevig lied,
het lied van zijn eigen bedroefde ziel.
Is dat geen echo van Rumi?
Luister naar de fluisteringen van het riet
luister hoe het weeklaagt over de scheiding...
Gezelle's gedicht eindigt met een bede tot God:
o Gij, die zelf de kranke taal
bemint van eenen rieten staal,
verwerp toch ook mijn klachte niet:
ik ! arme, kranke, klagend riet !
Uit zijn gedichten leren we Gezelle kennen als een schrijver van natuurgedichten, als een religieus
of mystiek dichter en als een oorspronkelijk taalkunstenaar. Postuum werden in 1901 de gedichten uitgegeven die men vond na zijn overlijden. Deze bundel heet Laatste verzen. Hij bevat onder meer gedichten over zijn waarneming van de schoonheid van de Schepping, vormgegeven met Gezelles karakteristieke fijngevoeligheid en beeldende kracht, en geïnspireerd door zijn diepe ontroering en religieuze verwondering over de schoonheid in alles wat leeft, wat hij zag als eerbetoon aan God, die naar zijn innerlijke overtuiging dat alles geschapen heeft. Die visie op het leven spreekt echter ook al uit een van zijn vroegere gedichten, Als de ziele luistert:
Als de ziele luistert
spreekt het al een taal dat leeft,
't lijzigste gefluister
ook een taal en teeken heeft:
blâren van de boomen
kouten met malkaar gezwind,
baren in de stroomen
klappen luide en welgezind,
wind en wee en wolken,
wegelen van Gods heiligen voet,
talen en vertolken
't diep gedoken Woord zoo zoet..
als de ziele luistert!
Uit: Driemaal XXXIII kleengedichtjes (1859).