Angst voor mensen (!) Angst voor elkaar maakt ons extreem kwetsbaar. rechts tegen links, oost tegen west, rijk tegen arm, wit tegen zwart, gebruiken elkaars debattrucjes. Verwarring maakt onze taal bitter. In de chaos hoor je de woorden 'Wij zijn hier voor dialoog.’ traag gevolgd door: ‘Dat komt goed uit, wij ook.' Daarom af en toe een onderwerp waarover we elkaar beter zouden kunnen verstaan. Als we niet te ver staan. we beginnen met ons 'samen mens zijn' Wat zijn de grondslagen en basis voor een vak anders dan voorstellingsvermogen, ideeën en mogelijkheden zien? Kijk zonder vooroordeel naar de andere delen van de wereld; ze hebben alleen vergankelijke dingen geproduceerd. Voorbereidend denken wordt in de praktijk gebracht; vanaf het allereerste begin is dat steeds zo gedaan en gedacht. Men stelt zich voor welke vruchten men verwacht en uiteindelijk worden ze in de natuur voortgebracht. Nadat je het werk hebt verricht en de bomen geplant, lees je je eerste woorden als het fruit aan de boom hangt. De takken, wortels en bladeren verschenen weliswaar eerst, maar die zijn slechts met één doel gegroeid: een fruitoogst. Dat hoofd, van negen hemelen de verborgen geest, wordt aangesproken met ‘Lawlâk’ – als jíj er niet was geweest. Ook ons vraag- en antwoordspel is vergankelijk, en een lichtvoetige overdracht van ideeën en gedachten. Zoals ‘de leeuw en de jakhals’ een gelijkenis over de geestelijke jacht op waarheid is. Daarom zegt de Koran: ‘Er is zeker voor de mens een periode geweest, dat hij geen vermeldenswaardig ding was.’ (Koran: 76:1). Waar komen deze gebeurtenissen uit voort? Uit voorstellingen. En waar komen die voorstellingen uit voort? Uit gedachten. Alle dingen van deze wereld zijn inderdaad voortgebracht door het Universele intellect; we zijn allemaal Zijn ideeën. Het intellect is de koning geworden; de profeten geven het vorm; deze wereld is de beproeving, de volgende de oogst. O koning, als Uw dienaar U verloochent, krijgt die daad van vergankelijkheid, kerker en ketenen tot resultaat. Maar indien Uw dienaar in nederigheid waardevolle diensten verricht, wordt dat resultaat dan geen eregewaad? Vergankelijkheid tegenover essentie, is de kip en het ei: constant komt het ene uit het andere voort en andersom.’ (Rûmî, Masnawî 2/74). Stop met argwaan tegen moslimgemeenschappen Onderzoek NCTV zeer beschamend Het optreden van de NCTV in deze kwestie is zeer beschamend. Het was immers op aanraden van de NCTV dat verschillende gemeenten zich lieten adviseren om in zee te gaan met een particuliere instelling om inlichtingen te vergaren. Nu heeft de NCTV al een ietwat twijfelachtige reputatie als het gaat om de verwerking van persoonsgegevens. Eerder bleek dat de organisatie jarenlang zonder juridische grondslag privacygevoelige informatie verwerkte. Ook nu zien we weer eenzelfde patroon. Niet alleen indirect, in de sturing die de NCTV gaf, maar ook direct, gezien het feit dat zij de organisatie is die de betreffende onderzoeken bekostigde. Waarom de gemeenten de informatie die ze blijkbaar zoeken niet gewoon hebben opgevraagd bij de moskeeën en koepelorganisaties, blijft in nevelen gehuld. Wat minder diffuus is, is de enorme vertrouwensbreuk en de verdieping van bestaande gevoelens van wantrouwen. Want waarom wil de overheid deze gegevens eigenlijk hebben? Zo de waard is, vertrouwt hij tenslotte zijn gasten. Daarom is in de komende periode de focus op het herstel van vertrouwen van ongekend belang. De lokale en landelijke overheid dienen transparant te zijn richting de islamitische gemeenschap. De vragen die leven moeten beantwoord worden en de rapportages inzichtelijk gemaakt. Bovendien moet erop toegezien worden dat, indien er wettelijk over de schreef is gegaan, de rechtsstaat zijn werk doet. Transparantie is de komende tijd de belangrijkste pijler. Dit zal, in combinatie met correctie, vertrouwen herstellen of definitief breken. Lees ook: Undercover speuren in de moskee is een blunder van formaat Kennelijk heerst bij de NCTV islamofoob denken, stelt Nourdin El Ouali. Nourdin El Ouali is directeur van Spior, koepelorganisatie van moskeeën in Rotterdam. Tien Nederlandse gemeenten hebben heimelijk onderzoek laten doen naar de islamitische gemeenschappen in hun steden, zo berichtte NRC zaterdag (16/10). Een handelswijze die argwaan ademt. Er lijkt sprake te zijn van geïnstitutionaliseerd wantrouwen. Mede vanwege de rol van de Nationaal coördinator terrorismebestrijding (NCTV), en dus van de rijksoverheid. Niet alleen binnen de moslimgemeenschappen was de ontsteltenis groot, ook verschillende deskundigen op het gebied van staats- en bestuursrecht en datawetenschappen fronsten de wenkbrauwen bij de gang van zaken. Er is onrechtmatig gehandeld door gemeenten, omdat er geen ‘stevige verdenking’ bestaat tegen de organisaties die zonder hun medeweten zijn doorgelicht. Vooral de rol van de gemeente is hierbij opvallend. Daar veel moskeeën in de veronderstelling verkeerden dat zij op goede voet stonden met de lokale overheid en ‘transparantie’ een integraal onderdeel vormde van die verstandhouding, bleek niets minder waar. Zonder hun medeweten zijn zij doorgelicht en begluurd en is er persoonlijke informatie vergaard over bezoekers en bestuurders. On-Nederlands, en een inbreuk op de scheiding tussen kerk en staat die wij pretenderen te hebben. Populistisch en islamofoob denken, waarbij de moslim als ‘anders’ en ‘eng’ wordt gezien, is blijkbaar doorgedrongen tot de bestuurlijke bovenlaag. Dit werpt de vraag op of we inmiddels moeten spreken van ‘staatsislamofobie’. Alleen een overheid die voor haar beleid uitgaat van de vooronderstelling dat islamitische instellingen en personen iets te verbergen hebben, gaat immers over tot geheim onderzoek en infiltratie. Deze manier van doen, de islamitische gemeenschap op deze wijze bejegenen, werkt verdere uitsluiting en segregatie in de hand. De staat geeft met deze actie het signaal af dat het geoorloofd is om mensen te wantrouwen op basis van hun geloof. Abbie Chalgoum is een bruggenbouwer pur sang Voor de mensen die hem nog niet kennen: Abbie Chalgoum@Abbie1979Acteur | Docent | Schrijver @Prometheusbb| RT ≠ I agree | Gelukzoeker | Ajax | theatervoorstelling & boek ‘Ik blijf bij je’ | Het boek #ikblijfbijje gaat verfilmd worden. Ontzettend trots. Wat een rollercoaster. Theater, boek en straks de verfilming. @drspjotrk bedankt voor het vertrouwen. Als je jezelf tegenkomt, ga dan aan de kant... anders wordt het een botsing... De Ware had vanaf de aardbodem tot aan de zevende hemel alle schatten al aan de Sjeich aangeboden. Hierop zei de Sjeich: ‘O mijn God, Die mij geschapen heeft! Ik hou alleen van U en ik ben Uw minnaar! Indien ik iets anders wil ben ik een zondaar! Als ik dat deed met de acht paradijzen voor ogen of omdat ik vrees voor de diepste kerkers van het eeuwige inferno, zou ik slechts een gelovige zijn die zijn eigen veiligheid en verlossing zocht, puur fysiek: zowel paradijs als hellekrocht.’ In zijn Diwân-i Kabîr zegt Rumi: ‘Indien Allah mij vanuit Zijn grenzeloze en nooit eindigende generositeit ontelbaar veel bezittingen zou aanbieden en alle onzichtbare schatten voor mij zou uitstallen, zou ik vanuit mijn ziel mezelf in Zijn tegenwoordigheid voorover werpen, mijn gezicht in het stof wrijven en zeggen: ‘Dit alles heeft veel minder waarde dan Liefde.’’ Zoals Yunus Emre dichtte: ‘Paradijs, paradijs zeggen ze, / een paar prieeltjes, wat zwartogige vrouwen, / wat de gek ervoor geeft, / Jou heb ik nodig, Jou!’ Voor Allah’s minnaar, die door de liefde wordt gevoed, hebben honderd lichamen slechts de waarde van een blaadje van de dût, (uitspraak: doet), de moerbeiboom. Het lichaam van deze Sjeich met diep inzicht is iets totaal anders geworden; in feite kun je het niet eens meer een lichaam noemen. Kun je er een prijs voor vragen en ook Allah’s minnaar zijn en verliefd? De vertrouwde van Gabriël zijn en dan een dief? Kijk anders naar de in treurnis gehulde minnaar van Laila, die de koninkrijken van deze wereld als een vallend blaadje beschouwde. In zijn ogen waren aarde en goud van dezelfde waarde. Wat stelt goud voor? Zelfs zijn eigen leven vertegenwoordigde geen waarde! Leeuwen, wolven en andere roofdieren konden dat ontwaren en groepeerden zich rondom hem alsof ze familie van hem waren. Omdat Madjnûn in zijn liefde voor Laila zijn dierlijke kant had verloren, gingen zijn vet en vlees voor hem tot gifstoffen behoren. Wanneer men wat zoet is voor de rede, neerwerpt voor de dieren, is dat voor hen als gif; goed en slecht zijn voor hen andere beginselen. Wilde dieren durven het vlees van de minnaar niet te verteren; liefde is bekend bij de goeden en de slechten. Wanneer een wild dier het vlees van een minnaar eet, zal het dier daaraan sterven, alsof het puur vergif eet. Liefde is in staat alles, behalve de liefde zelf, door te slikken en te verteren; in de mond van de Liefde zijn twee werelden een graantje. Kan een graankorrel een vogel verzwelgen? Kan de trog ooit zijn voeding van het paard betrekken? Wees een dienaar. Door middel van dienstbaarheid, aanbidding en goede werken, word ook jij hopelijk eens een minnaar. De dienaar van God hoopt van werelds fortuin te worden bevrijd; de minnaar van God wil blijven dienen en wil niet worden bevrijd. De dienaar heeft altijd kleding nodig en salaris; voor de minnaar is het gezicht van de Geliefde kleding als de ontmoeting daar is. Liefde is een werkelijkheid die voor spraak en luisteren niet vatbaar is; liefde is een oceaan waarvan de bodem onzichtbaar is. De druppels zijn ontelbaar, van die oceaan; de zeven zeeën lijken een druppel vergeleken met die liefdesoceaan. Deze verhandeling over liefde kent geen einde; hoeveel ik ook vertel het is oneindig. Laten we dus terugkeren tot de Sjeich van die tijd. ‘Was het niet voor jou, dan had Ik het hele universum niet geschapen’, en de betekenis daarvan [de tekst van een Hadîth al-Qudsî, of heilige overlevering, waarin de profeet wordt toegesproken door de Schepper als reden voor de schepping.] Hoe Sjeich zijn eigenlijk een soenna is. Dat wil zeggen het voorbeeld van de profeet omdat mensen behoefte hebben aan menselijk contact over hun spirituele leven. En zó’n Sjeich moest van buurt tot buurt als bedelaar rondgaan. Aanschouw hoe niets ontziende liefde met hem is omgegaan! Liefde laat de oceaan als een ketel koken. Liefde verkruimelt de bergen tot zandkorrels. Liefde doorklieft de hemel met honderden kloven. Liefde laat, zonder het te beseffen, de aarde beven. Die pure, reine Liefde was met Mohammed verenigd; het is met die liefde dat Allah: ‘Was het niet voor jou’, heeft gezegd. Als geliefde van Allah was Mohammed onvergelijkbaar, daarom was hij onder de andere profeten voor de Ware uitverkiesbaar. Hierover zei de Ware: ‘Hoe zou Ik bestaan aan het universum kunnen schenken, als het niet voor de zaak van pure Liefde was? De hemelgewelven heb Ik zo hoog verheven, opdat men de verhevenheid van Liefde zou zien en beleven. Die Vrijdag ging Nasroeddin Hodja voor de afwisseling eens met zijn zoon naar een ander dorp om daar in de moskee tijdens de vrijdagsdienst te prediken. Hij liet zijn zoon op de ezel rijden. Een voorbijganger zei: “Kijk nou eens naar de jeugd van tegenwoordig! Dat joch laat die geleerde en bejaarde man lopen terwijl hijzelf prinsheerlijk op die ezel zit...” Zijn zoon zei: “Papa, ik heb toch gezegd dat je het jezelf niet moeilijk moet maken. Wees niet eigenwijs, ga nou op die ezel zitten.” De hodja besteeg de ezel en samen gingen ze verder. Na een tijdje kwamen ze iemand tegen die zei: “Kijk dat nou! Die schriftgeleerden van tegenwoordig; denken dat ze God op aarde zijn! Het is toch zonde van dat jonge kind, dat loopt te zweten naast die ezel?” Hodja liet de ezel stoppen en zijn zoontje kwam achter hem op de ezel zitten. Toen ze nog maar een paar stappen hadden afgelegd kwamen ze al weer een paar commentatoren tegen: “Dat is toch niet normaal zeg! Twee personen op dat ene ezeltje. En die ene moet ook nog een hodja voorstellen. Wat een dierenbeulen!“ De hodja werd een beetje boos en ze stapten allebei af. Terwijl de ezel voor hen uitging liepen ze verder. Na enige tijd kwamen ze een groepje mensen tegen. Die merkten op: “Allah! Allah! Dat is dom! Ze laten hun ezel voor zich uithuppelen en lopen er zelf in het stof achteraan te zweten. Wat een rare mensen heb je op deze wereld!” Hodja merkte op: “Heb je het gehoord mijn zoon? Het is nooit goed of het deugt niet! Doe maar gewoon wat je denkt dat goed is, wat anderen ook zeggen. De mond van het volk is geen juten zak dat je hem dicht kan stikken.” Er wordt gezegd dat Nasroeddin Hodja de ezel toen maar op zijn rug nam. De meningen van mensen over wat je allemaal fout doet moet je dus maar als een juk dragen. Het is niet anders... Nasroeddin wordt vaak afgebeeld terwijl hij omgekeerd op zijn ezel zit. Aan zijn leerlingen heeft hij uitgelegd waarom hij dit deed: “Als ik met mijn gezicht naar voren zou rijden, waren jullie achter mij. Maar als jullie voor mij zouden lopen, zou ik tegen jullie ruggen aankijken. Daarom denk ik dat dit de beste manier van rijden is, en daar komt nog bij dat het veel beleefder is.” Een andere verklaring wordt door hem gegeven als de voorbijgangers hem voor de zoveelste maal vragen waarom hij omgekeerd op zijn ezel zit: “Dan ben ik er tenminste zeker van dat ik met mijn gezicht in de goede richting zit, want mijn ezel doet altijd het tegenovergestelde van wat ik zeg!” Toen hij eens mee zou reizen met een karavaan, werd hem een paard aangeboden. Het was nou eenmaal zijn gewoonte om andersom op zijn rijdier te zitten, dus ook zijn paard besteeg hij op deze ongebruikelijke manier. Toen hij de verbaasde gezichten van de omstanders zag, dacht hij: “De aanval is de beste verdediging”, en zei: “Wat is dit! Jullie hebben me een links paard gegeven!” In de koran worden mensen aangemoedigd na te denken, te herdenken, te gedenken, te peinzen, te denken en te beschouwen. “Gedenk Mij”zegt God (2:152), dan zal Ik u gedenken.” Denken is nogal abstract. Wanneer denken we echt? Kunnen we echt denken? Makkelijk gezegd, maar hoe kun je mensen uitnodigen om te gaan denken. ‘Zeggen wat we denken’, is in de mode gekomen. Maar dan moet je wel kunnen denken… Nasroeddin hodja liep op een dag op de markt en zag daar dat iemand een veelkleurige vogel ongeveer ter grootte van een duif, voor veel geld verkocht. Hij dacht: “De prijzen van de vogels zijn gestegen! Ik heb thuis een veel grotere vogel.” En hij haalde zijn kalkoen. Niemand wilde zijn kalkoen kopen maar hij vroeg schreeuwend tienmaal zoveel als de verkoper van de kleine vogel. Waar hij thuis op had gerekend, klopte niet op de markt… Er kwamen wel mensen omheen staan vanwege zijn welsprekende verkooptechniek. Toen niemand een bod deed, vroeg hij: “Waarom geven jullie zoveel voor zo'n klein vogeltje en zo weinig voor mijn grote vogel?” “Hodja Efendi! Zeiden ze, “dat was een zeldzame vogel! Dat kleine vogeltje was een Tûtî! Het is wel klein maar maar het kan praten net als een papegaai!” “Aha! Als dat alles is. Dat is geen kunst!” zei Nasroeddin, “Mijn vogel denkt!” Zoals de koran zegt: “Daarin is zeker een les voor hen die een hart hebben en oplettend luisteren!”(50:37) Op een warme zomerdag stapte Hodja van zijn ezel om te rusten in de schaduw van een walnotenboom. Voordat hij aan zijn middagdutje begon keek hij nog even om zich heen. Zo ver hij kon zien lagen de watermeloenen te rijpen. Hij dacht even na en zei tegen zichzelf:“Hoe vreemd is het toch dat God de watermeloen laat groeien op zo’n klein steeltje, terwijl de noten zo’n grote boom nodig hebben.” Hij nam zijn grote tulband van zijn hoofd en krabde eens gezellig op zijn hoofd voordat hij aan zijn dutje begon. Toen viel er een walnoot uit de boom, recht op Hodja’s hoofd. Hij was meteen weer bij zijn positieven en zei: “Allah weet het ook altijd beter. Hij weet ook wat er nu zou zijn gebeurd als er watermeloenen in deze boom zouden groeien.” Hodja ging bij de buren een pan lenen. Na enkele dagen zette hij er een klein koffiekannetje in en gaf de buur zijn pan terug. “Wat is dat nu?”, vroeg die, terwijl hij in de pan keek. “Oh, toen de pan bij mij thuis was, heeft zij een kleintje gekregen.” De buurman bracht opgetogen de pan en het kannetje naar zijn vrouw. Een tijd later vroeg Hodja opnieuw de pan te leen. De buurman was maar al te bereid om zijn pan aan hem te lenen. “Hou hem maar zolang als je wilt, buurman”, zei hij tegen Hodja. Dit keer hield Hodja de pan nogal lang. Toen de buurman het welletjes vond, voeg hij: “Hoe staat het met mijn pan, Hodja? Wil het nogal lukken?” Maar de Hodja was een beetje teneer geslagen en zei: “Ik kan haar niet teruggeven, ze is overleden!” “Hoe kan dat nou?”, vroeg de buurman stom verbaasd. Waarom niet, zei Hodja, als je gelooft dat ze nakomelingen kan krijgen, dan kan ze overlijden ook…” Op een dag bezocht Nasroeddin een zieke buurman. Hij bracht de man wat tot rust door iets uit de koran te lezen en murmelde juist wat gebeden, toen de dokter binnenkwam. Deze onderzocht de patient, klopte, luisterde en bekeek zijn tong. Vervolgens gaf hij het advies dat de man moest stoppen met het eten van overmatige hoeveelheden granaatappels. Nasroeddin had grote bewondering voor deze scherpe diagnose en wilde er meer van weten. Op een drafje haalde hij de dokter in en vroeg: hoe wist u dat van die granaatappels? Ik heb onder zijn bed gekeken, zei de arts kortaf en haastte zich naar zijn volgende patient. Vooral het kortstondige van deze medische studie beviel Nasroeddin en hij besloot het geleerde zo snel mogelijk in de praktijk te brengen. Een paar dagen later bezocht hij een ziek lid van zijn moskeegemeenschap. Nadat hij zijn gebeden had gedaan en de zieke beterschap had gewenst, wierp hij een snelle blik onder diens bed. 'Als laatste geef ik je nog het advies', sprak hij plechtig, 'geen paardenleidsels meer te eten'. Midden in de nacht werd Nasroeddin hodja uit een diepe slaap gewekt omdat er vlak voor zijn deur een groep mensen aan een enorme ruzie waren begonnen. Een herrie en een lawaai... Eerst probeerde hij het vanuit het raam: “Doe dat nou niet, heren, stop er mee, schamen jullie je niet?” Maar wie luistert? Ook toen hij schreeuwde maakte het niets uit. Deze keer ging hij naar beneden. Het was middernacht en koud buiten. Om op temperatuur te blijven sloeg hij zijn dekbed om zich heen en stapte tussen de ruziemakers. Toen bleek dat de ruzie en al dat lawaai gespeeld waren met de bedoeling om zijn dekbed te stelen. Zo gauw ze die in handen hadden gingen ze ervan door. Nasroeddin ging snel het huis weer binnen en zijn vrouw vroeg: “Wat is er met het dekbed gebeurd, Hodja?” Nasroeddin schudde zijn hoofd en zei: “Je zult het niet geloven: dekbed weg, ruzie afgelopen.” Op een dag liep Nasroeddin voor zijn huis iets te zoeken. Zijn buurman kwam langs en begon mee te zoeken. “Wat zoek je eigenlijk, Nasroeddin?”, vroeg hij. Mijn sleutel"”,antwoordde Nasroeddin. “Waar heb je hem precies verloren?” “Achter het huis.” “Waarom zoek je dan hier?” “Hier is meer licht!” Er is veel uitleg mogelijk bij dit verhaal. We hebben de neiging in het licht van onze ratio en met elektronische snelwegen naar het antwoord op onze vraag te zoeken. Andere wegen die tot verlichting leiden zijn voor ‘softies’. De Duitse filosoof en dichter Goethe prevelde op zijn sterfbed: “Meer licht!” Het enige waar de mensen om hem heen aan dachten was het openschuiven van de gordijnen. Misschien had hij het wel over zijn innerlijke licht dat toenam. Op een dag was Nasroeddin hodja over de hemellichamen aan het oreren en hij zei: “De maan is veel nuttiger dan de zon.” “Waarom”?”, wilden zijn altijd trouwe luisteraars weten. “De maan geeft licht in het donker terwijl de zon schijnt als het toch al licht is”, antwoordde de wijze man. |
- Brugopbrugaf
- de brug
- Missie en visie
- De Opening
- Verander je woorden verander je wereld
- Rûmî & dialoog
- Humor
- De zoeker
- Dialoog
- Kunst
- Muziek
- Rûmî
- Vrede
- Rûmî over de Masnawî
- Rumi over Rumi
- Vrouwen & duurzame vrede
- de blik verruimen
- Ahmed Yasawî
- Stream of consciousness/ monologue intérieur
- Koran & Kunst
- Konya Criteria
- Ramadan
- liefdevolle conversatie
- Actua pluriforma
- Escher & Geometrische patronen
- Ahilik - herleving van het ethisch zaken doen
- Mystieke dichters
- Masnawî
- Yunus!
- leve het licht
- OOO
- Istanbul
- Zonder godsdienstvrijheid geen religie
- Perennial Philosophy
- Offerfeest
- Göreme
- homepage
- Aya Sofia
- Sakina
- betekenis bedevaart