Angst voor mensen (!) Angst voor elkaar maakt ons extreem kwetsbaar. rechts tegen links, oost tegen west, rijk tegen arm, wit tegen zwart, gebruiken elkaars debattrucjes. Verwarring maakt onze taal bitter. In de chaos hoor je de woorden 'Wij zijn hier voor dialoog.’ traag gevolgd door: ‘Dat komt goed uit, wij ook.' Daarom af en toe een onderwerp waarover we elkaar beter zouden kunnen verstaan. Als we niet te ver staan. we beginnen met ons 'samen mens zijn' Wat zijn de grondslagen en basis voor een vak anders dan voorstellingsvermogen, ideeën en mogelijkheden zien? Kijk zonder vooroordeel naar de andere delen van de wereld; ze hebben alleen vergankelijke dingen geproduceerd. Voorbereidend denken wordt in de praktijk gebracht; vanaf het allereerste begin is dat steeds zo gedaan en gedacht. Men stelt zich voor welke vruchten men verwacht en uiteindelijk worden ze in de natuur voortgebracht. Nadat je het werk hebt verricht en de bomen geplant, lees je je eerste woorden als het fruit aan de boom hangt. De takken, wortels en bladeren verschenen weliswaar eerst, maar die zijn slechts met één doel gegroeid: een fruitoogst. Dat hoofd, van negen hemelen de verborgen geest, wordt aangesproken met ‘Lawlâk’ – als jíj er niet was geweest. Ook ons vraag- en antwoordspel is vergankelijk, en een lichtvoetige overdracht van ideeën en gedachten. Zoals ‘de leeuw en de jakhals’ een gelijkenis over de geestelijke jacht op waarheid is. Daarom zegt de Koran: ‘Er is zeker voor de mens een periode geweest, dat hij geen vermeldenswaardig ding was.’ (Koran: 76:1). Waar komen deze gebeurtenissen uit voort? Uit voorstellingen. En waar komen die voorstellingen uit voort? Uit gedachten. Alle dingen van deze wereld zijn inderdaad voortgebracht door het Universele intellect; we zijn allemaal Zijn ideeën. Het intellect is de koning geworden; de profeten geven het vorm; deze wereld is de beproeving, de volgende de oogst. O koning, als Uw dienaar U verloochent, krijgt die daad van vergankelijkheid, kerker en ketenen tot resultaat. Maar indien Uw dienaar in nederigheid waardevolle diensten verricht, wordt dat resultaat dan geen eregewaad? Vergankelijkheid tegenover essentie, is de kip en het ei: constant komt het ene uit het andere voort en andersom.’ (Rûmî, Masnawî 2/74). Stop met argwaan tegen moslimgemeenschappen Onderzoek NCTV zeer beschamend Het optreden van de NCTV in deze kwestie is zeer beschamend. Het was immers op aanraden van de NCTV dat verschillende gemeenten zich lieten adviseren om in zee te gaan met een particuliere instelling om inlichtingen te vergaren. Nu heeft de NCTV al een ietwat twijfelachtige reputatie als het gaat om de verwerking van persoonsgegevens. Eerder bleek dat de organisatie jarenlang zonder juridische grondslag privacygevoelige informatie verwerkte. Ook nu zien we weer eenzelfde patroon. Niet alleen indirect, in de sturing die de NCTV gaf, maar ook direct, gezien het feit dat zij de organisatie is die de betreffende onderzoeken bekostigde. Waarom de gemeenten de informatie die ze blijkbaar zoeken niet gewoon hebben opgevraagd bij de moskeeën en koepelorganisaties, blijft in nevelen gehuld. Wat minder diffuus is, is de enorme vertrouwensbreuk en de verdieping van bestaande gevoelens van wantrouwen. Want waarom wil de overheid deze gegevens eigenlijk hebben? Zo de waard is, vertrouwt hij tenslotte zijn gasten. Daarom is in de komende periode de focus op het herstel van vertrouwen van ongekend belang. De lokale en landelijke overheid dienen transparant te zijn richting de islamitische gemeenschap. De vragen die leven moeten beantwoord worden en de rapportages inzichtelijk gemaakt. Bovendien moet erop toegezien worden dat, indien er wettelijk over de schreef is gegaan, de rechtsstaat zijn werk doet. Transparantie is de komende tijd de belangrijkste pijler. Dit zal, in combinatie met correctie, vertrouwen herstellen of definitief breken. Lees ook: Undercover speuren in de moskee is een blunder van formaat Kennelijk heerst bij de NCTV islamofoob denken, stelt Nourdin El Ouali. Nourdin El Ouali is directeur van Spior, koepelorganisatie van moskeeën in Rotterdam. Tien Nederlandse gemeenten hebben heimelijk onderzoek laten doen naar de islamitische gemeenschappen in hun steden, zo berichtte NRC zaterdag (16/10). Een handelswijze die argwaan ademt. Er lijkt sprake te zijn van geïnstitutionaliseerd wantrouwen. Mede vanwege de rol van de Nationaal coördinator terrorismebestrijding (NCTV), en dus van de rijksoverheid. Niet alleen binnen de moslimgemeenschappen was de ontsteltenis groot, ook verschillende deskundigen op het gebied van staats- en bestuursrecht en datawetenschappen fronsten de wenkbrauwen bij de gang van zaken. Er is onrechtmatig gehandeld door gemeenten, omdat er geen ‘stevige verdenking’ bestaat tegen de organisaties die zonder hun medeweten zijn doorgelicht. Vooral de rol van de gemeente is hierbij opvallend. Daar veel moskeeën in de veronderstelling verkeerden dat zij op goede voet stonden met de lokale overheid en ‘transparantie’ een integraal onderdeel vormde van die verstandhouding, bleek niets minder waar. Zonder hun medeweten zijn zij doorgelicht en begluurd en is er persoonlijke informatie vergaard over bezoekers en bestuurders. On-Nederlands, en een inbreuk op de scheiding tussen kerk en staat die wij pretenderen te hebben. Populistisch en islamofoob denken, waarbij de moslim als ‘anders’ en ‘eng’ wordt gezien, is blijkbaar doorgedrongen tot de bestuurlijke bovenlaag. Dit werpt de vraag op of we inmiddels moeten spreken van ‘staatsislamofobie’. Alleen een overheid die voor haar beleid uitgaat van de vooronderstelling dat islamitische instellingen en personen iets te verbergen hebben, gaat immers over tot geheim onderzoek en infiltratie. Deze manier van doen, de islamitische gemeenschap op deze wijze bejegenen, werkt verdere uitsluiting en segregatie in de hand. De staat geeft met deze actie het signaal af dat het geoorloofd is om mensen te wantrouwen op basis van hun geloof. Abbie Chalgoum is een bruggenbouwer pur sang Voor de mensen die hem nog niet kennen: Abbie Chalgoum@Abbie1979Acteur | Docent | Schrijver @Prometheusbb| RT ≠ I agree | Gelukzoeker | Ajax | theatervoorstelling & boek ‘Ik blijf bij je’ | Het boek #ikblijfbijje gaat verfilmd worden. Ontzettend trots. Wat een rollercoaster. Theater, boek en straks de verfilming. @drspjotrk bedankt voor het vertrouwen. Als je jezelf tegenkomt, ga dan aan de kant... anders wordt het een botsing... De Ware had vanaf de aardbodem tot aan de zevende hemel alle schatten al aan de Sjeich aangeboden. Hierop zei de Sjeich: ‘O mijn God, Die mij geschapen heeft! Ik hou alleen van U en ik ben Uw minnaar! Indien ik iets anders wil ben ik een zondaar! Als ik dat deed met de acht paradijzen voor ogen of omdat ik vrees voor de diepste kerkers van het eeuwige inferno, zou ik slechts een gelovige zijn die zijn eigen veiligheid en verlossing zocht, puur fysiek: zowel paradijs als hellekrocht.’ In zijn Diwân-i Kabîr zegt Rumi: ‘Indien Allah mij vanuit Zijn grenzeloze en nooit eindigende generositeit ontelbaar veel bezittingen zou aanbieden en alle onzichtbare schatten voor mij zou uitstallen, zou ik vanuit mijn ziel mezelf in Zijn tegenwoordigheid voorover werpen, mijn gezicht in het stof wrijven en zeggen: ‘Dit alles heeft veel minder waarde dan Liefde.’’ Zoals Yunus Emre dichtte: ‘Paradijs, paradijs zeggen ze, / een paar prieeltjes, wat zwartogige vrouwen, / wat de gek ervoor geeft, / Jou heb ik nodig, Jou!’ Voor Allah’s minnaar, die door de liefde wordt gevoed, hebben honderd lichamen slechts de waarde van een blaadje van de dût, (uitspraak: doet), de moerbeiboom. Het lichaam van deze Sjeich met diep inzicht is iets totaal anders geworden; in feite kun je het niet eens meer een lichaam noemen. Kun je er een prijs voor vragen en ook Allah’s minnaar zijn en verliefd? De vertrouwde van Gabriël zijn en dan een dief? Kijk anders naar de in treurnis gehulde minnaar van Laila, die de koninkrijken van deze wereld als een vallend blaadje beschouwde. In zijn ogen waren aarde en goud van dezelfde waarde. Wat stelt goud voor? Zelfs zijn eigen leven vertegenwoordigde geen waarde! Leeuwen, wolven en andere roofdieren konden dat ontwaren en groepeerden zich rondom hem alsof ze familie van hem waren. Omdat Madjnûn in zijn liefde voor Laila zijn dierlijke kant had verloren, gingen zijn vet en vlees voor hem tot gifstoffen behoren. Wanneer men wat zoet is voor de rede, neerwerpt voor de dieren, is dat voor hen als gif; goed en slecht zijn voor hen andere beginselen. Wilde dieren durven het vlees van de minnaar niet te verteren; liefde is bekend bij de goeden en de slechten. Wanneer een wild dier het vlees van een minnaar eet, zal het dier daaraan sterven, alsof het puur vergif eet. Liefde is in staat alles, behalve de liefde zelf, door te slikken en te verteren; in de mond van de Liefde zijn twee werelden een graantje. Kan een graankorrel een vogel verzwelgen? Kan de trog ooit zijn voeding van het paard betrekken? Wees een dienaar. Door middel van dienstbaarheid, aanbidding en goede werken, word ook jij hopelijk eens een minnaar. De dienaar van God hoopt van werelds fortuin te worden bevrijd; de minnaar van God wil blijven dienen en wil niet worden bevrijd. De dienaar heeft altijd kleding nodig en salaris; voor de minnaar is het gezicht van de Geliefde kleding als de ontmoeting daar is. Liefde is een werkelijkheid die voor spraak en luisteren niet vatbaar is; liefde is een oceaan waarvan de bodem onzichtbaar is. De druppels zijn ontelbaar, van die oceaan; de zeven zeeën lijken een druppel vergeleken met die liefdesoceaan. Deze verhandeling over liefde kent geen einde; hoeveel ik ook vertel het is oneindig. Laten we dus terugkeren tot de Sjeich van die tijd. ‘Was het niet voor jou, dan had Ik het hele universum niet geschapen’, en de betekenis daarvan [de tekst van een Hadîth al-Qudsî, of heilige overlevering, waarin de profeet wordt toegesproken door de Schepper als reden voor de schepping.] Hoe Sjeich zijn eigenlijk een soenna is. Dat wil zeggen het voorbeeld van de profeet omdat mensen behoefte hebben aan menselijk contact over hun spirituele leven. En zó’n Sjeich moest van buurt tot buurt als bedelaar rondgaan. Aanschouw hoe niets ontziende liefde met hem is omgegaan! Liefde laat de oceaan als een ketel koken. Liefde verkruimelt de bergen tot zandkorrels. Liefde doorklieft de hemel met honderden kloven. Liefde laat, zonder het te beseffen, de aarde beven. Die pure, reine Liefde was met Mohammed verenigd; het is met die liefde dat Allah: ‘Was het niet voor jou’, heeft gezegd. Als geliefde van Allah was Mohammed onvergelijkbaar, daarom was hij onder de andere profeten voor de Ware uitverkiesbaar. Hierover zei de Ware: ‘Hoe zou Ik bestaan aan het universum kunnen schenken, als het niet voor de zaak van pure Liefde was? De hemelgewelven heb Ik zo hoog verheven, opdat men de verhevenheid van Liefde zou zien en beleven. |
Dialoog tussen hoofd en hart Het is en blijft een individuele ervaring. We houden het ook meestal binnen. Ons innerlijk beeld van wat we waarnemen – waar we maar met weinig mensen over (kunnen) praten - de zin van het leven en hoe we de wezenlijke vibratie van die levensbetekenis herkennen. Die ervaring bij een ander mens herkennen is een spiritueel genot. Bij elkaar zijn met een groep(je) mensen waarvan je kunt weten en ervaren dat ze dat met je delen brengt grote ontroering teweeg. Weten met het hart is zo volkomen anders dan weten met het hoofd. Maar er zijn koorddansers die weten hoe je die twee in evenwicht brengt. De Koran beschouwt het als zijn taak tot de harten van de mensen te spreken en diagnosticeert aanvankelijk dat deze ziek zijn.[1] (S)preken tot het hart is daarvan afgeleid een mensentaak; spreken tot de muur in de hoop dat de deur luistert. De Koran reikt inspirerende teksten aan: ‘..hij die komt met een ontvankelijk hart dat in staat is het ware te herkennen. Daarin is zeker een schok van herkenning voor degene die een hart heeft of die luistert en oplettend is. Wij hebben de mens geschapen en weten wat zijn ego hem influistert. En Wij zijn nader tot hem dan zijn halsslagader.’[2] Voor de een is het een hele inspanning dat besef vast te houden. Een ander zou niet zonder die innerlijke zekerheid kunnen leven. We zijn van nature geneigd God te vergeten zolang alles blijft werken zoals het hoort; we vinden hem pas als het raderwerk stopt. Zoals de mystici zeggen ‘als mensen de ruïnes van kastelen zien verwachten ze schatten te vinden. Het hart dat tot een ruïne is vervallen is de plaats waar je God kunt vinden. Daarom smeken ze: ‘O God! Breek mijn hart opdat ik u daar mag vinden!’ De bedoeïenen hebben in hun oden beschreven wat dorst is omdat zij de woestijn kennen. Op het punt van de fata morgana aangekomen waar zij denken water te vinden, is er geen water, maar op dat moment van volledige ontgoocheling kun je wel God vinden. Net als de Tora vertelt de Koran over het dreigende einde van de liefdesaffaire tussen God en (delen van) de schepping. Criticasters van de islam en salafisten zijn het grondig eens: de Koran is een boek van wet en orde. Maar onze relatie met de schrijver van de Koran is uiteindelijk op liefde gebaseerd: ‘Laat hij die zich van zijn geloof afkeert weten dat Allah weldra een ander volk zal voortbrengen dat Hij zal liefhebben en dat Hem zal liefhebben.’[3] Moslimgeleerden vergelijken religie wel met een huwelijk. Fundamentalisten zijn ‘erg getrouwd’. Zij zien het huwelijkscontract als een grondwet en de uitvoering van het huwelijksleven vindt plaats in een rechtszaal. De mystici stellen daar tegenover dat hoe meer we van elkaar houden hoe minder wetten we nodig hebben. Geen offer is groot genoeg en geen wet kan mij dwingen de offers te brengen de ik uit liefde wil brengen. Toen Mozes op de berg met God communiceerde, had zijn volk niet genoeg aan het onzienbaar goddelijke dat hij hen had gegeven. Daarom aanbaden zij een met mensenhanden gemaakt gouden kalf. Een betekenis hiervan is dat zij die zowel God als de Mammon aanbidden, meestal voor het tastbare en zichtbare kiezen en daarbij niet in de gaten hebben dat zij God uit het oog dus uit het hart verliezen. We hebben niet steeds weer opnieuw een Mozes die van de berg afdaalt om de illusie te verstoren. Niet ieder mens van zijn volk herkende in hem de hartspecialist die hij was. Vooral de managers van die tijd herkenden Mozes’ boodschap niet. Voor hen veronderstelde een maakbare wereld een maakbare God. De pijn en het lijden geven ons de prikkel vooruit te gaan richting verlichting en bevrijding. Door te lijden worden de harten gezuiverd en getransformeerd tot een pure substantie. Zonder die botsingen met de realiteit zouden we niet worden gemotiveerd om ons de grote vragen af te vragen en tot god en menskennis te komen. ‘Indien er geen arena’s voor de zielen waren, zouden de renners niet in staat zijn hun traject te lopen.’ Zegt Ibn ‘Atâ’illah in zijn Hikâm. Hij zegt ook: ‘Zonder die hartkwalen zou niemand zijn doel bereiken.’ Waaraan hij een gebed toevoegt: ‘In de verschillende staten waarin ik mij bevind en de verschillende tekenen die ik krijg, kwam ik ertoe de intentie te herkennen die U met mij hebt. U wilt mij alle dingen laten zien opdat er niets kan zijn waarin ik U niet zou kennen.’ Soms maken we het slechtste mee dat ons kan overkomen en soms maken we het beste me wat ons kan overkomen en er zijn geen omstandigheden waarin we Hem niet zien. Hij brengt ons in elke situatie. Of we dat fijn vinden of niet dat is onze zaak niet Zijn zaak. Zijn bedoeling is het om zichzelf in al die situaties herkenbaar te maken. Alles wat we meemaken zend Hij ons vanuit liefde. De ene keer schudt Hij ons wakker en de andere keer troost Hij ons. Daarmee zegt God: ‘Ik geef jou dit opdat je de Gever zult herkennen.’ We willen Hem alleen maar in de goede dingen herkennen. Kinderen leren al dat al het goede en slechte van Hem komt. Daar ligt een diepe wijsheid in. Teleurstellend voor hen die Hem alleen maar in licht willen zien. Maar er is geen licht zonder duisternis. Zoals we zijn begonnen: in moeilijke omstandigheden leren we zowel Hem als onszelf kennen. Het is in tijden van ontreddering en catastrofe dat mensen zich onderscheiden van mensen. Zoals de Koran vraagt: ‘Denken mensen soms dat zij met rust gelaten zullen worden omdat zij zeggen ‘wij geloven’ en dat ze niet op de proef zullen worden gesteld?’ (29:1). Rumi zegt: ‘Een geliefde vroeg haar minnaar: ‘Van wie houd je meer, van mij of van jezelf?’ Hij antwoordde: ‘Ik ben voor mezelf gestorven en in jou tot leven gekomen. Mijn eigen bestaan en mijn eigenschappen heb ik opgeheven en ik ben in jou tot bestaan gekomen. Mijn kennis ben ik vergeten en met jouw kennis wetend geworden. Mijn kracht heb ik uit mijn geheugen gewist en heb mezelf met jouw kracht toegerust. Indien ik van mezelf houd, houd ik van jou. Hij die over de spiegel van goddelijke nabijheid beschikt, ziet God ook als hij zichzelf ziet. Hij die zich in Mijn eigenschappen hult, en zich aan de mensen toont, ziet Mij als ze jou zien; hij die zich naar jou begeeft, begeeft zich naar Mij, en zo gaan de verzen door. [1] Koran 47:20-21 [2] Koran, 50:33/37/16. [3] Koran, 5:54 [4] Verwijzing naar woorden die door God in het hart van Abu Yazid al-Bistami zijn gefluisterd en zijn opgetekend door Ibn ‘Arabî in zijn Futuhât. |
Ya Tutarsa Nasrettin hoca gibi gönüllere maya çaldım İçimde hiç art niyet Yok ben böyleyim Günah çıkarmak amacım Değil söyleyeyim Ben ne mi yaptım Allah’ım Aşkın içine düştüm kaldım Hoca nasrettin gibi Gönüllere maya çaldım Ya tutarsa ya tutarsa ya Tutar da aşk el verirse Ya tutarsa ya tutarsa ya tutar Da biri denk gelirse Bij mij geen achterliggende bedoeling; wat je krijgt is wat je ziet Ik zeg je: het is niet mijn bedoeling Mij aan te horen als in een biecht. Wat ik heb gedaan? Ik ben in Uw liefde gevallen en erin gebleven, mijn Allah! Net als Nasreddin Hodja heb ik stremsel aan de harten gegeven. Als het nou eens werkt, o! als het werkt! Als het werkt en liefde reikt mij de hand. Als het werkt, o! als het werkt. Als het werkt en ik iemand vind die precies bij mij past… Als de wereld zo mooi was zouden we niet huilend op de wereld komen Als we tijdens ons leven zo rein en schoon bleven zouden ze ons niet wassen, nadat we zijn overleden… Nasreddin Hodja! Nou gooi je wel yoghurt in het meer, maar als het meer nou eens vast? Ben je mal? Heb je ooit een meer zien vasten? ‘Ya tutarsa?’ – ‘En als het dat wél doet?’ ‘Kwajongen!’ Het vinden van betekenis en verbinding tussen zaken die geen verband houden, zoals het zien van gezichten of gestalten in de wolken (cloud sketchplanations) of andere niet concrete vormen in de natuur, lijkt een neiging van vrijwel ieder mens. (narrative bias). Nasreddin Hodja zat aan de oever van een meer en staarde naar het water. Voorbijgangers vroegen hem wat hij zat te doen. Eigenlijk stoorden ze hem in zijn meditatie. Daarom gaf hij een tegendraads antwoord. Hij zei dat hij wat yoghurt in het water had gedaan. Hij zat nu te wachten tot het fermenteert. Hij hoopt dat het hele meer yoghurt wordt. De mensen lachten hem uit en riepen: ‘Heb je ooit zoiets meegemaakt? Dat een heel meer in yoghurt verandert?‘ Toen sprak Nasreddin Hodja de historische en gevleugelde woorden: ‘Ya tutarsa?’ – ‘En als het dat wél doet?’ Het gaat over de verwezenlijking van het onwaarschijnlijke of onmogelijke. We weten dat de mogelijkheid bestaat dat het wordt verwezenlijkt. De menselijke geschiedenis zit vol gebeurtenissen die onmogelijk leken en mogelijk bleken. Mensen beschrijven dat ze tijdens het hun leven met verschillende intenties yoghurt in een meer hebben gegooid. Jammer genoeg stremde het niet. Omdat bleek dat ze het stremsel niet in het meer maar in de harten van de mensen hadden moeten aanbrengen. Allerlei minderheidsgroepering die misschien eens meerderheden worden gooien stremsel in het meer van de steeds slechter wordende menselijke betrekkingen in de hoop dat het vrede wordt. Het gaat over de werking van ideeën. Zo u wilt: hypothesen. Het creatieve denken tijdens een veronderstelling is vruchtbaarder en belangrijker dan de kille vraag: ‘wat is het resultaat?’ Het gaat om het proces. Alle verrassende consequenties die je tijdens het denkproces kunt afleiden en uitwerken vormen een gids naar intuïtie. Of andersom misschien vormt de intuïtie een gids voor creatief denken. Allerlei niet logische cognitieve fenomenen spelen een rol. Creatief denken betekent dat situaties of problemen worden bekeken vanuit een nieuw perspectief (out of the box), met verrassende of originele oplossingen en resultaten. Creatieve ideeën kunnen tot stand komen via het bewust anders ordenen van informatie (lateraal denken) of via minder gestructureerde technieken (onder andere brainstormen). Creativiteit an sich is feitelijk dus: ‘iets nieuws zien’. Dat geeft je het vermogen om een probleem op een afwijkende manier op te lossen, om een niet eerder gerealiseerde kans te creëren of tot een opvallende invalshoek te komen. Iedereen kan zich er op elk moment toe zetten om creatief te denken en een goed idee te vormen, zolang je geen fossiel bent. Let wel: de wenselijkheid van een idee kan twijfelachtig zijn, omdat de wijze waarop zo’n nieuw inzicht gebruikt wordt, bepaalt of je het idee als ‘iets goeds’ kunt bestempelen. Er zijn onvoorspelbare ontwikkelingen (onder andere machine learning – AI, waarvan we nog niet weten welke kant het opgaat. Maar ook uitgesproken slechte ontwikkelingen (wapenwedloop, overproductie, cybercrime enzovoort) als gevolg van de aaneenschakeling van conventie doorbrekende ideeën. Het blijft dus zaak om kritisch te denken, om de groei, vorm en impact van ideeën constructief te beoordelen. Franciscus en de sultan De vijfde kruistocht is al enkele jaren bezig. Franciscus scheepte met enkele medebroeders in naar Egypte. Een maand later vielen de kruisvaarders een Egyptische havenstad aan. Maar Franciscus wilde helemaal niet vechten, hij wilde vrede door over Jezus te spreken. Hij vroeg aan kardinaal Pelagius of hij de sultan kon ontmoeten. Na lang aandringen zei de kardinaal: ‘Goed, maar dan op eigen verantwoording.’ Samen met broeder Illumitas bezocht Franciscus de sultan. Maar onderweg namen soldaten hen gevangen. ‘Sultan, sultan,’ riepen de broeders de hele tijd, want dit was het enige Arabische woord dat ze kenden. Omdat de soldaten dachten dat ze een geheime boodschap voor de sultan hadden, brachten ze hun gevangenen bij hem. Sultan AL-Malik Al-Kamil, een neef van Saladin, ontving hen hartelijk. Hij vond Franciscus een vriendelijk man die hem wilde overtuigen om Jezus te volgen. Hij was getroffen door zijn moed, zijn geloof en zijn eenvoud. En Franciscus, die was onder de indruk van de sultan: een man die wel vijf keer per dag tot God bad, en goed wilde leven in de ogen van God. Toen ze afscheid namen van elkaar vroeg de sultan: ‘Franciscus bid voor mij zodat ik met de hulp van God de godsdienst kies die Hij het liefste heeft.’ En hij zorgde ervoor dat Franciscus en zijn medebroeder veilig konden reizen door zijn land en naar Jeruzalem gaan zonder belastingen te moeten betalen. In diep respect voor elkaar namen beide mannen afscheid van elkaar. (c) C. Leterme. Attentie: dit is een niet-commerciële website. Indien er beeldmateriaal of tekst is die u verwijderd wilt zien, stuur een e-mail en ik verwijder het. Attention please: this is a non-commercial website. If there are any text's or images here that you wish to be removed, just email me and I will do so immediately. |