Door welk raam kijkt u?
Zeewater smeekt de parel haar schelp open te breken;
hoe gepassioneerd wil de lelie de wilde geliefde.
’s nachts open ik het raam en vraag de maan
haar gezicht tegen het mijne te drukken: adem in mij!
Sluit de taaldeur en open de liefdesdeur;
de maan gebruikt de deur niet, altijd het raam…
Zeewater smeekt de parel haar schelp open te breken;
hoe gepassioneerd wil de lelie de wilde geliefde.
’s nachts open ik het raam en vraag de maan
haar gezicht tegen het mijne te drukken: adem in mij!
Sluit de taaldeur en open de liefdesdeur;
de maan gebruikt de deur niet, altijd het raam…
O zon, u hebt de rozentuinen verlaten om te verlichten
de onderkant van de aarde, maar de zon van godkennis
gaat niet onder; zij verlicht het intellect, de geest en de ziel.
Vooral waar het die volmaakte zon betreft, die de werkelijke wereld
dag en nacht met de stralen van haar schoonheid zegent.
Indien u een Alexander bent, dient u te komen naar de plaats
van de zonsopgang. Dan zal licht u omgeven, waar u zich ook bevindt!
Iedere plaats zal voor u een plaats zijn van zonsopgang;
en zelfs die plaatsen zullen verliefd zijn op uw plaats van zonsondergang.[1]
Uw vleermuiszintuigen haasten zich naar de zonsondergang,
uw parelende spirituele zintuigen naar de zonsopgang.[2]
O ruiter! Uw fysieke zintuigen doen u de weg der ezels gaan,
geneert u zich niet uw teugels aan de ezels toe te vertrouwen?
Naast de vijf zintuigen zijn er nog vijf zintuigen,
die zijn van puur goud en niet te vergelijken met koper.
De fysieke zintuigen verhouden zich tot de spirituele
zoals koper zich verhoudt tot goud.
De fysieke zintuigen consumeren het voedsel van de duisternis.
De geestelijke zintuigen absorberen het licht van de zon.[3]
U, die, door uw zintuigen misleid, het onzienbare wilt ervaren;
leg uw innerlijk in Musa’s hand en leer verlichting ervaren.[4]
U, wiens kwaliteiten de zon van goddelijke kennis zijn:
daarmee vergeleken is die grote zon aan de hemel
als een atoompje zo klein.
U bent soms de zon, soms een oceaan,
soms bent u het Qâf-gebergte en soms de Anqa-vogel.[5]
[1] ‘Hierna volgde Dzul-Qarnain een route. Totdat hij het land van de rijzende zon bereikte, en ontdekte dat zij boven een volk opkwam voor hetwelk Wij er geen beschutting tegen hadden verschaft.’ (18:89-90). Veel koranuitleg gaat ervan uit dat met ‘Dzul-Qarnain’, of ‘de Gehoornde’, Alexander de Grote wordt bedoeld, een charismatisch en briljant legerleider en strateeg, die in een kort leven grote gebieden veroverde en beheerste. Behalve de geografische aanduiding van ‘het land van de rijzende zon’ is, in de esoterische betekenis, het hart of het innerlijk van de mens de plaats waar de zon kan opkomen. Voor iemand die spirituele groei doormaakt, is de zonsopkomst het moment dat hij goddelijke of geestelijke kennis verkrijgt. In de sûfi-literatuur wordt het als volgt omschreven: ‘Het is de positie waarin God wordt gezien, Zichzelf manifesterend in alles met die Kwaliteit waarvan dat voorwerp een exponent is.’ Mensen die op die manier het goddelijke in alles kunnen waarnemen, worden ‘meester van het hart’ genoemd. Het bereiken van ‘het land van de rijzende zon’, betekent dat je ‘het land van de ondergaande zon’ achter je hebt gelaten. Hiermee wordt bedoeld dat je je dierlijke lusten hebt overwonnen of gesublimeerd, want die zorgen ervoor dat jouw zon in een modderig watertje ondergaat. (18:86)
[2] Verwijzing naar het koranvers: ‘Waarheen u zich ook wendt, daar is het aangezicht van Allah.’ (2:115)
[3] De zonsondergang staat hierbij voor de versluiering van God achter een oneindige opdeling in het geschapene, zoals de geest wordt bedekt door het lichaam. De innerlijke zintuigen kunnen worden ontwikkeld om voorbij die sluiers te kijken, door middel van spirituele intuïtie die voortkomt uit contemplatie en meditatie.
[4] Verwijzing naar het koranvers: ‘Steek uw hand in uw boezem; zij zal wit tevoorschijn komen, zonder ziek te zijn …’ (28:32). Allah geeft dit als teken mee aan de profeet Musa om de farao te overtuigen. Wij moeten ons toevertrouwen aan die witte hand van Musa, die een teken van Allah is.
[5] Een mythologisch gebergte en mythologische vogel, die in mystieke teksten als symbolen van plaatsloze plaats of onkenbare scheppingsvorm worden gebruikt. Zie deel I, noot 162.
Het lichtgebed
O God schenk mij licht in mijn hart,
Licht in mijn graf,
Licht voor mij en licht achter mij,
Licht aan mijn rechterzij en licht aan mijn linkerzij,
Licht boven mij en licht beneden mij,
Licht in mijn oren en licht in mijn ogen,
Licht op mijn huid en licht in mijn haar,
Licht in mijn vlees, licht in mijn bloed en licht in mijn botten.
O God, doe mijn licht overal toenemen.
O God, schenk mij licht in mijn hart, licht op mijn tong,
Licht in mijn ogen, licht in mijn oren,
Licht aan mijn rechterzij, licht aan mijn linkerzij,
Licht boven mij en licht beneden mij,
Licht voor mij en licht achter mij
en licht in mijzelf.
Doe mijn licht toenemen.
LEVE HET LICHT
Leve het licht
leve het licht in andere dimensies
leve het licht in steeds meer wetende ogen
leve het licht in de duisterste tijden
leve het licht in de uitspraak van Mae West
"Too much of a good thing is wonderful!"
Leve het niet-te-vermijden licht
leve het eeuwig licht
doelgericht
elk gezicht
weerbericht
Leve het open transparante licht
leve het openbarende onthullende
blootleggende dag-en-nachtlicht
leve het zich niets ontzeggende licht
Leve het licht
waarvoor de leugen vlucht in het duister
leve het niet te corrumperen licht
leve het licht
waarvoor de angst vlucht in angst voor de dood
leve het licht waarzonder voor niets of niemand
leven is geen mens geen dier geen plant
geen levensteken
geen blik geen tijd geen ruimte
geen relativiteit geen orde chaos of evenwicht.
Lééf alsof er een strijd om het licht gaande is
een strijd met de zinloze krachten van de duisternis
om een eeuwig evenwicht
waarin alles is, leve het licht, zoals het is,
omdat het licht is, goed is.
Zolang er waarlijk levend licht is
met lamplicht, kaarslicht, gaslicht,
electrisch licht, laserlicht, black light,
bliksemend fluorescerend electro-
magnetisch licht.
Zolang er nog licht op ons netvlies is,
zolang de spiegel nog van licht is,
zoals het licht van ieder mens op zijn eigen plaats is,
met zinderend sprankelend wisselend eigentijds licht.
Alsof licht niet altijd anders is
voor een ieder anders, betekenisvol
of zinloos is.
In het licht van dit alles betekenend licht
voor alles gezwicht
in een vederlicht gedicht
dat hoopt dat het zinvol en verlossend is
dat het verlicht, verdicht, open en
doelgericht is, met inzicht
dat ook uitzicht is:
Een vergezicht dat louter licht is
licht waarin elke tegenstelling verenigd is
het eeuwig licht
het dagelijks licht
het onweerstaanbare licht
het lokkende licht
het wenkende licht
Alles verlicht, helder en klaar - ja, ook jij daar,
op het eerste gezicht
oog en oor voor dit gedicht:
Leve het Licht!
Geschreven voor Leo Musch - Lichtkunstenaar