Welkom in de Aya Sofia
De Hagia Sofia (Heilige wijsheid) of, zoals de moslims zeggen: Aya Sofia (Teken van wijsheid).
“Ik heb nu Salomo overtroffen,” schijnt Justinianus gezegd te hebben bij de inwijding van deze Byzantijnse basiliek in 537 n. Chr. De Tempel van Salomo als toetssteen! De Osmaanse sultan Süleyman I de Prachtlievende (regeerde 1520-1566) is naar Salomo vernoemd en heeft in Istanbul ook een grote moskee gebouwd, de Süleymaniye Camii.
Het oorspronkelijke ontwerp van de Hagia Sofia had een lengte van 76 meter, een breedte van 70 en een hoogte van 56 meter, dus enigszins rechthoekig Bovenop de vier hoekpijlers staat een enorme gemetselde koepel (56m) die via pendentieven of sferische driehoeken met de basis is verbonden. Om de spatkrachten van de koepel af te leiden zijn buiten contreforten of steunberen aangebracht. De koepeldruk wordt ook afgeleid via halfkoepels die de galerijen overdekken. Je kunt die verdiepingen via gewentelde hellingbanen van grove kiezelstenen bereiken. Wat opvalt is dat zowel in de buitenmuren van de zijbeuken als in de absis twee rijen lichtvensters zijn opgenomen. Ook de koepel heeft rondom lichtvensters wat de kerk tot een relatief goed verlichte ruimte maakt.
De toegang is gemarkeerd door de galilea of narthex. Er zijn er zelfs twee, een exonarthex en een esonarthex. De eerste (exo) was oorspronkelijk bestemd voor pelgrims en bekeerlingen zonder doopbewijs, de tweede (eso) was het keizerportaal dat alleen voor de keizer en zijn gevolg was voorbehouden. Beide portalen beslaan de gehele westelijke zijde van het schip en zijn door middel van diafragmabogen met een tongewelf overdekt.
De Tempel van Salomo was 30 meter lang, 10 meter breed en 15 meter hoog en had een plat dak.[5] Ook die tempel was feitelijk rechthoekig en had ook een narthex aan de smalle zijde.
In 1453 werd de kerk een moskee en kreeg vier bakstenen minaretten. De oorspronkelijke doopkapel werd in die tijd een mausoleum voor twee sultans.
Het interieur van de Haghia Sofia wordt gedomineerd door islamitisch Osmaanse elementen. De Byzantijnse mozaïeken zijn bijzonder om te zien, bijvoorbeeld in het keizersportaal/esonarthex een onbeschadigd exemplaar waarop keizer Leo VI, de Wijze (886-912 n. Chr.) is afgebeeld, knielend voor een tronende Christus. In de absiskalot is het mozaïek ‘Maria met Kind op schoot’ te zien maar dat is zwaar beschadigd. De Deësis-mozaïek op de muur van de zijgalerij bevat een zeer gaaf restant (Christus) van een afbeelding van Johannes de Doper, Maria en Christus. Je kunt door een klein geschilderd exemplaar het oorspronkelijke mozaïek reconstrueren.
Vanuit de galerijen heb je een goed uitzicht op de pendentieven die met Serafijnen zijn beschilderd. Serafijnen zijn in de Bijbel binnen het engelenkoor de hoogst geplaatste engelen, gevolgd door de cherubijnen. Op de galerij zijn nog meer beschadigde mozaïeken te zien. De Osmaanse elementen in de kerk eisen sterk de aandacht omdat ze in de westerse kunst nauwelijks voorkomen.
Absis: Mihrab, dat is een nis in de absis in de richting van Mekka en voorzien van stalactietwerk. De mihrab is dus een belangrijk oriëntatiepunt voor de biddende gelovigen. Vrouwen en kinderen doen dit vanaf de galerijen. Dat de moslimgemeenschap de mihrab in de absis plaatste wijst erop, dat christenen en moslims in dezelfde geografische richting knielden, namelijk in de lijn Jeruzalem/Mekka.
Hünkar Mahfili of Loge van de Sultan: Dat is de ereplaats voor de sultan direct naast de absis met de mihrab en tegenover de mimbar (preekstoel). Op 3 meter hoge zuilen staat een marmeren plateau van ca. 15m2 dat voorzien is van een ombouw die bestaat uit een dicht netwerk van marmeren ornamenten. Dit is mede bedoeld om de sultan te beschermen tegen gevaar.
Mimbar (preekstoel): Deze is naast de absis opgesteld en bestaat uit een hoge smalle en steile trap die leidt naar een kleine staanplaats met een minaret-overkapping. De trap heeft aan weerszijden een rijk geornamenteerd beschot van 80 cm dat dienstdoet als beveiliging en als trapleuning. Hij bereikt de hoogte van de loge van de sultan. Bestemd om de khutba, de preek van de imam, duidelijk hoorbaar over te brengen.
Müezzin mahfilis: Dat zijn vier marmeren platforms die her en der in het schip opgesteld staan. De grootse staat direct bij de mimbar. Ze zien eruit als een overdekte open ruimte van 5 x 4 meter. Het dak van het grootste platform is de staanplaats van de muezzin, een moskee medewerker als die de dienst begeleidt na het gebed van de imam.
Kalligrafie: Hoog aan de vier centrale pijlers hangen rondelen waarop de namen van Allah en Mohammed en de vier kaliefen zijn gekalligrafeerd in goud op zwart.
Kürsü: De Haghia Sofia heeft net als alle andere zeer grote moskeeën een marmeren troon die bestemd is voor de imam-prediker die de koran uitlegt voor of na een gebedsdienst.
Alle onderdelen zijn uitbundig versierd met gekleurde bloemmotieven, meanders en andere geometrische vormen.
Ten slotte keken wij nog even naar de twee reusachtige marmeren urnen uit de Hellenistische tijd (300-100 v. Chr.). En rustend op het voetstuk van een urn observeerden we drommen mensen die in de rij stonden en hun beurt afwachtten. Wij zagen hoe ze naar de Zuil van Gregorius de Wonderdoener toeliepen (een wit marmeren zuil met een uitgesleten gat van Ø 5 cm op ooghoogte) en daar hun duim in dat gat staken. Daar zou een geneeskrachtige werking vanuit gaan, maar wij vonden dat nogal wonderbaarlijk. De verklaring van Turkse zijde is nog veel wonderbaarlijker en luidt dat Sultan Fatih Mehmed de Hagia Sophia te paard is binnen gereden, zijn vingers in dat gat stak en daarmee de hele moskee iets meer in de richting van de gebedsrichting Mekka heeft gedraaid.
Buiten hangt schapenfries die uit de 4e eeuw dateert en boven de ingang van de allereerste kerk moet hebben gehangen. Via de 18e eeuwse fontein (şadirvan) in Turkse Rococo (inderdaad een geweldig mooi versierde overdekte buitenruimte) liepen we naar de uitgang.
Conclusie: De Haghia Sofia imponeert door de grootte, de ouderdom, het interieur, de architectuur en de schitterende ligging aan het Sultanahmetplein tegenover de Sultan Ahmetmoskee of Blauwe Moskee met het Hippodroom daartussen in. Veel in en aan deze kerk verwijst naar de religieuze en politieke roerselen in Europa en het Midden-Oosten. Een geschiedenis die teruggaat tot ca. 200 voor Christus.
De architectuur weerspiegelt bouwkundige durf en deskundigheid. De toepassing van pendentieven en niet van trompen is hiervan een voorbeeld. De mozaïeken reflecteren dat de Byzantijnse samenleving zich tot en met de keizer met God verbonden voelde. Datzelfde straalt ook af van de Islamitische ornamenten. Meander en bloem verwijzen indirect naar Allah door de aandacht voor zuivere verhoudingen in de natuur.
De Aya Sofia is vanaf 1935 museum.
Veel moslims willen dat het weer een moskee wordt, een wens die op 24 juli 2020 leek te worden vervuld, maar het heeft als voorwerp van architectonische dialoog misschien nog meer waarde.
Die dialoog of multaloog verdient te worden uitgediept en aangegaan.
Wanneer we kijken naar het prachtige deësismozaïek en het mozaïek boven het keizerportaal in de
binnenste voorhal, zien we Christus afgebeeld, hij houdt zijn rechterhand zegenend omhoog
en op het boek in zijn andere hand staat: ‘Vrede zij met u, ik ben het licht der wereld.‘
Ook de Koran vertelt ons dat Jezus een vredesprofeet was:
Vrede
was met mij op de dag van mijn geboorte
en zal met mij zijn op
mijn stervensdag
en op de dag dat ik weer tot leven zal worden gewekt.
Dat was de werkelijke Jezus, zoon van Maria.
En dit is het ware woord waaraan zij twijfelen!
(19:33-34).
Milyon Taşı: Dünyanın Merkezi
Milyon taşı (Yunanca: Μίλ(λ)ιον / Milion) Vanuit de Milion steen, een monument dat in het begin van de 4e eeuw na Christus in Constantinopel werd opgericht, lopen volgens sommige mensen leylijnen van de ene belangrijke heilige plek naar de andere. Volgens anderen was het de Byzantijnse nulmijlmarkering, de startplaats voor het meten van afstanden voor alle wegen die naar de steden van het Byzantijnse rijk leidden. De geest van de aarde, zo noemden de Chinezen de positieve, fijnstoffelijke energie die in onzichtbare banen over het aardoppervlak zou lopen. In Australië ‘songlines’ en in Engeland leylijnen genaamd. De nestor van het Nederlandstalige onderzoek, de historicus Wigholt Vleer, schetste de contouren van een energetische landkaart, na een speurtocht van duizenden kilometers langs kerken, kapellen en hunebedden; bossen en akkers, met de wichelroede als hulpmiddel. Bijna elk dorp, elke stad bleek wel zo’n plek te herbergen die voor onze verre voorouders als ‘heilig’ of ‘magisch’ moet hebben aangevoeld. Een hernieuwde kennismaking met een oeroud fenomeen. Leylijnen |
Hieronder zien we achter het Teken van Wijsheid (Aya Sofia)
|
De Aya Sofia in Istanbul en de Mezquita in Córdoba zijn elkaars spiegel:
een moskee met een Kathedraal erin en een Kathedraal met een moskee erin
Kunnen de Aya Sofia in Istanbul – een moskee die ooit kerk was en nu vooral een monument – en de Mezquita in het Spaanse Córdoba – een kerk die ooit moskee was – ons wat leren? Kunnen juist dit plekken zijn van universele aanbidding? Abdulwahid van Bommel ziet de gebouwen als elkaars spiegel. Aanleiding voor zijn reflectie zijn de huidige ontwikkelingen rond de Aya Sofia in Istanbul. Moeten toeristen daar plaatsmaken voor biddende gelovigen? “Het is mooi dat de Islam in de Koran duidelijk maakt dat ‘alles wat wij doen’ aanbidding kan zijn.
Abd Ar-Rahman I, de Emir van Córdoba, begon in het jaar 785 met de bouw van een indrukwekkende moskee (in het Spaans ‘mezquita’) met zijn 23.000 vierkante meter de op twee na grootste ter wereld. Het islamitische gebedshuis kwam te staan op het terrein van de christelijke kerk San Vicente, waarvan de fundamenten bij opgravingen binnen in de moskee in de jaren dertig van de twintigste eeuw konden worden blootgelegd.
Mezquita in Córdoba
Het bouwwerk was het voorbeeld voor de Spaanse moslimarchitectuur voor de volgende eeuwen. Ongeveer 860 evenwijdig geplaatste marmeren zuilen ondersteunen de dubbele bogen, wat een uniek spel met licht en schaduw oplevert. Met de herovering van Córdoba door de christenen, in 1236, werd de moskee tot katholieke kathedraal gewijd. De vroegere minaret doet nu dienst als klokkentoren.
Symbool van vrede
Toen de Turkse president Erdogan onlangs in de Aya Sofia – sinds begin twintigste eeuw vooral een seculier monument – weer de Koran liet reciteren, deed de Armeens-Apostolische patriarch van Constantinopel een voorstel om van het historische gebouw een gebedshuis voor zowel christenen als moslims te maken: ‘Al behoren we tot verschillende godsdiensten, we dienen dezelfde God’, zei patriarch Sahak I. En: ‘Laat de wereld onze religieuze vrede en volwassenheid toejuichen’, schreef de patriarch, zodat de Hagia Sophia (of Aya Sofia) ‘verandert in een symbool van vrede voor de mensheid’, zo meldde onlangs het Nederlands Dagblad (ND).
De patriarch vindt zijn voorstel niet utopisch, zo meldt de krant. ‘Aanbidden we God niet allemaal samen onder dezelfde hemelkoepel? Dan kunnen we ook de koepel van de Hagia Sophia delen.’ Temeer omdat het gebouw ‘dat duizend jaar christelijke gebeden en vijfhonderd jaar moslimgebeden in haar muren heeft geabsorbeerd en in zijn mysterieuze bestaan heeft samengevoegd’ daar vast geen bezwaar tegen zal hebben. ‘Ga de tempel binnen, adem de stilte in en leer ervan’, zo citeerde ND-journalist Hendro Munsterman de patriarch.
Universele aanbidding
Het gesprek over wat de status van stenen is op grond van de geschiedenis en gebeurtenissen rondom die stenen, kennen we. Misschien kunnen we deze twee plaatsen uit handen van de toeristenindustrie bevrijden en er plaatsen van universele aanbidding van maken.
Of zijn de toeristen in de Aya Sofia in Istanbul en de Mezquita in Cordoba ook in aanbidding als zij daar rondlopen in bewondering en verwondering en zijn de gelovige aanbidders zoals altijd weer pretentieus en veeleisend?
Het is daarom mooi dat de Islam in de Koran duidelijk maakt dat ‘alles wat wij doen’ aanbidding kan zijn: ‘wereldreizen op aarde om te zien hoe Allah de schepping heeft gemaakt (29:20); en hoe het de volken vóór u verging (3:137; 6:11-12, etc.) tot: kniel en werpt uzelf ter aarde (2:125).
een moskee met een Kathedraal erin en een Kathedraal met een moskee erin
Kunnen de Aya Sofia in Istanbul – een moskee die ooit kerk was en nu vooral een monument – en de Mezquita in het Spaanse Córdoba – een kerk die ooit moskee was – ons wat leren? Kunnen juist dit plekken zijn van universele aanbidding? Abdulwahid van Bommel ziet de gebouwen als elkaars spiegel. Aanleiding voor zijn reflectie zijn de huidige ontwikkelingen rond de Aya Sofia in Istanbul. Moeten toeristen daar plaatsmaken voor biddende gelovigen? “Het is mooi dat de Islam in de Koran duidelijk maakt dat ‘alles wat wij doen’ aanbidding kan zijn.
Abd Ar-Rahman I, de Emir van Córdoba, begon in het jaar 785 met de bouw van een indrukwekkende moskee (in het Spaans ‘mezquita’) met zijn 23.000 vierkante meter de op twee na grootste ter wereld. Het islamitische gebedshuis kwam te staan op het terrein van de christelijke kerk San Vicente, waarvan de fundamenten bij opgravingen binnen in de moskee in de jaren dertig van de twintigste eeuw konden worden blootgelegd.
Mezquita in Córdoba
Het bouwwerk was het voorbeeld voor de Spaanse moslimarchitectuur voor de volgende eeuwen. Ongeveer 860 evenwijdig geplaatste marmeren zuilen ondersteunen de dubbele bogen, wat een uniek spel met licht en schaduw oplevert. Met de herovering van Córdoba door de christenen, in 1236, werd de moskee tot katholieke kathedraal gewijd. De vroegere minaret doet nu dienst als klokkentoren.
Symbool van vrede
Toen de Turkse president Erdogan onlangs in de Aya Sofia – sinds begin twintigste eeuw vooral een seculier monument – weer de Koran liet reciteren, deed de Armeens-Apostolische patriarch van Constantinopel een voorstel om van het historische gebouw een gebedshuis voor zowel christenen als moslims te maken: ‘Al behoren we tot verschillende godsdiensten, we dienen dezelfde God’, zei patriarch Sahak I. En: ‘Laat de wereld onze religieuze vrede en volwassenheid toejuichen’, schreef de patriarch, zodat de Hagia Sophia (of Aya Sofia) ‘verandert in een symbool van vrede voor de mensheid’, zo meldde onlangs het Nederlands Dagblad (ND).
De patriarch vindt zijn voorstel niet utopisch, zo meldt de krant. ‘Aanbidden we God niet allemaal samen onder dezelfde hemelkoepel? Dan kunnen we ook de koepel van de Hagia Sophia delen.’ Temeer omdat het gebouw ‘dat duizend jaar christelijke gebeden en vijfhonderd jaar moslimgebeden in haar muren heeft geabsorbeerd en in zijn mysterieuze bestaan heeft samengevoegd’ daar vast geen bezwaar tegen zal hebben. ‘Ga de tempel binnen, adem de stilte in en leer ervan’, zo citeerde ND-journalist Hendro Munsterman de patriarch.
Universele aanbidding
Het gesprek over wat de status van stenen is op grond van de geschiedenis en gebeurtenissen rondom die stenen, kennen we. Misschien kunnen we deze twee plaatsen uit handen van de toeristenindustrie bevrijden en er plaatsen van universele aanbidding van maken.
Of zijn de toeristen in de Aya Sofia in Istanbul en de Mezquita in Cordoba ook in aanbidding als zij daar rondlopen in bewondering en verwondering en zijn de gelovige aanbidders zoals altijd weer pretentieus en veeleisend?
Het is daarom mooi dat de Islam in de Koran duidelijk maakt dat ‘alles wat wij doen’ aanbidding kan zijn: ‘wereldreizen op aarde om te zien hoe Allah de schepping heeft gemaakt (29:20); en hoe het de volken vóór u verging (3:137; 6:11-12, etc.) tot: kniel en werpt uzelf ter aarde (2:125).