کشف المحجوب
Kasjf al Mahdjûb
Ontdekkingen achter de sluier
Ali B. Osman Al-Djullabi Al-Hudjwiri heeft de eerste enigszins
systematische verhandeling over mystiek geschreven. Hij doet dat door het
onderwerp inderdaad te 'ontsluieren'.
Laag voor laag afpellen. Maar waar
komen we dan? Gaat het over sluiers van iets afhalen of sluiers bij onszelf
verwijderen? Mensen sluieren zich tegen de subtiliteiten van spirituele
inzichten. Bijvoorbeeld het inzicht in onze sterfelijkheid. Of het inzicht in
onze levensvatbaarheid.
Openbaren staat tegenover verbergen. Er zijn sluiers die volledig bedekken
en er zijn er die verhullen. Het is bewolkt maar we weten dat er een zon achter schijnt.
We kunnen wachten tot het opklaart of we kunnen met ons hoofd in de wolken gaan lopen.
Sommige dingen blijven verborgen vanwege onze daden,
die zich als roest aan onze harten hechten. Het roestvrij maken van onze harten
is een typisch soefiwerkje. Eerst de staalborstel dan poetskatoen..
systematische verhandeling over mystiek geschreven. Hij doet dat door het
onderwerp inderdaad te 'ontsluieren'.
Laag voor laag afpellen. Maar waar
komen we dan? Gaat het over sluiers van iets afhalen of sluiers bij onszelf
verwijderen? Mensen sluieren zich tegen de subtiliteiten van spirituele
inzichten. Bijvoorbeeld het inzicht in onze sterfelijkheid. Of het inzicht in
onze levensvatbaarheid.
Openbaren staat tegenover verbergen. Er zijn sluiers die volledig bedekken
en er zijn er die verhullen. Het is bewolkt maar we weten dat er een zon achter schijnt.
We kunnen wachten tot het opklaart of we kunnen met ons hoofd in de wolken gaan lopen.
Sommige dingen blijven verborgen vanwege onze daden,
die zich als roest aan onze harten hechten. Het roestvrij maken van onze harten
is een typisch soefiwerkje. Eerst de staalborstel dan poetskatoen..
ملامت
malâmat
Zelfreflectie/zelfkritiek
Zelfreflectie en zelfkritiek hebben een geweldig effect op het oprecht maken van liefde. Alle oprechte mensen met liefde voor de waarheid hebben karrenvrachten kritiek over zich heen gekregen, te beginnen bij de profeet Mohammed. De Koran is een eerlijk boek en vermeldt wat er over hem is gezegd. Hij werd een waarzegger, een waanzinnige dichter, een leugenaar, een bedrieger, een bezetene, etc., genoemd. Maar hij vreesde de beschuldigingen en kritiek niet. (5:54).
De optimisticus
In het Boek van merkwaardige en onderhoudende informatie (Al-Lata’if al-ma’arif) van de historicus, schrijver, dichter en leraar Thaa’libi, schrijft hij dat de tegenkalief van Ali, Moeawiyya, de eerste persoon in de geschiedenis van de
islam was, die madira liet klaarmaken. Madira is een gerecht van vlees gekookt in zure melk of yoghurt waarvoor de bekende metgezel en overleveraar van woorden en handelingen van de profeet, Aboe Hoeraira, een zwak had. Hij hield zoveel van het gerecht dat hij tijdens de slag van Siffien, een veldslag waarbij de schoonzoon en neef van de profeet Mohammed, Ali, uiteindelijk op oneigenlijke gronden het onderspit moest delven, overliep van Ali’s kant naar die van Moeawiyya om van dat gerecht te kunnen eten. Nadat hij had gegeten liep hij weer terug naar Ali’s kant om achter hem
het gebed te verrichten. Mensen in de directe omgeving van Aboe Hoeraira uitten hier kritiek op. Aboe Hoeraira antwoordde dat Moeawiyya's madira de beste was ooit gemaakt. Niettemin gaf hij er de voorkeur aan om zijn vroomheid te tonen door achter Ali het gebed te verrichten. Aboe Hoeraira, betekent letterlijk devader van het poesje, omdat hij van poezen hield. Maar hij kreeg een tweede bijnaam, namelijk sjeik van de madira. Misschien is het mogelijk Palestijnen en joden aan de madira te krijgen..
Bovenstaand voorbeeld laat misschien zien
dat mensen om niet zeer hoogstaande redenen
in staat zijn tegenstellingen tussen partijen te nuanceren.
islam was, die madira liet klaarmaken. Madira is een gerecht van vlees gekookt in zure melk of yoghurt waarvoor de bekende metgezel en overleveraar van woorden en handelingen van de profeet, Aboe Hoeraira, een zwak had. Hij hield zoveel van het gerecht dat hij tijdens de slag van Siffien, een veldslag waarbij de schoonzoon en neef van de profeet Mohammed, Ali, uiteindelijk op oneigenlijke gronden het onderspit moest delven, overliep van Ali’s kant naar die van Moeawiyya om van dat gerecht te kunnen eten. Nadat hij had gegeten liep hij weer terug naar Ali’s kant om achter hem
het gebed te verrichten. Mensen in de directe omgeving van Aboe Hoeraira uitten hier kritiek op. Aboe Hoeraira antwoordde dat Moeawiyya's madira de beste was ooit gemaakt. Niettemin gaf hij er de voorkeur aan om zijn vroomheid te tonen door achter Ali het gebed te verrichten. Aboe Hoeraira, betekent letterlijk devader van het poesje, omdat hij van poezen hield. Maar hij kreeg een tweede bijnaam, namelijk sjeik van de madira. Misschien is het mogelijk Palestijnen en joden aan de madira te krijgen..
Bovenstaand voorbeeld laat misschien zien
dat mensen om niet zeer hoogstaande redenen
in staat zijn tegenstellingen tussen partijen te nuanceren.
Gij zult Mijn aangezicht niet kunnen zien,
want geen mens zal Mij zien en leven... Mosjè, een van de meest wettische van alle profeten verlangt zowel in de Tora als in de Koran herhaaldelijk naar contact met het onzienlijke. In Sjemot (Exodus)33:18-20 staat: ‘Toen zei hij: “Laat me dan toch Uw goddelijke verschijning aanschouwen”. En Hij antwoordde: “Ik zal al Mijn goedheid aan je voorbij laten trekken en zal de naam ‘Eeuwige’ voor je uitroepen. (...) Voorts zei Hij: “Mijn voorkomen zal je niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven”.’ En in de Koran staat geschreven: “En toen Mozes op (de door Ons) vastgestelde tijd en plaats kwam en zijn Heer tot hem sprak, zei hij: ‘Mijn Heer, toon U aan mij, opdat ik u moge aanschouwen.’ Hij (Allah) antwoordde: ‘U zult mij stellig niet kunnen aanschouwen, maar kijk naar de berg en als deze op zijn plaats blijft, dan zult u Mij wel kunnen zien.’ En toen zijn Heer Zich (Zijn glorie) op de berg openbaarde, viel deze in stof uiteen; en Mozes viel bewusteloos neer. En toen hij weer tot zichzelf kwam, zei hij: heilig bent U, ik wend mij tot U en ik ben de eerste er gelovigen.’” (7:143) Er is polariteit tussen de leer van de met niets vergelijkbare, afstandelijke God en de God die we mogen liefhebben omdat Hij is vervuld van zorg voor zijn schepselen en Die in onze harten aanwezig is. Met andere woorden: Er is spanning tussen wet en mystiek. 1. Voor de traditionalisten bestond eigenlijk alleen het ‘godsbeeld’ dat als‘puur volgens de Koran’ gold. Dit ging uit van een zeer letterlijke interpretatie van de tekst van de Koran, ook als die een antropomorf karakter had. Er werd en wordt dan gezegd dat het noemen van het gezicht of de hand van God zo moest worden aanvaard zoals het er stond; bilâ kayf, zonder verder te vragen hoe dat precies begrepen moest worden. 2. De bekende geleerde Abo Hamid al-Ghazali, die een millennium geleden leefde, heeft de traditionalistische houding van overgave zonder vragen, gedurende de laatste decennia van zijn leven trachten te verzoenen met de internalisering van het goddelijke van de mystici. De volstrekte transcendentie van Allah wordt het best verwoord in het koranvers: “Geen ding is aan Hem gelijk.” (42:11). Hij is onvergelijkelijk en bestaat uit en door Zichzelf en alleen aan Hem komt eeuwigheid toe, zowel a parte post als a parte ante. De orthodoxie leert dat niet alleen Allah zelf, maar ook Zijn eigenschappen – de zogeheten sifât: kwaliteiten of attributen – transcendent zijn. Zij mogen in niets worden vergeleken met menselijke eigenschappen. Zij zijn additioneel ten opzichte van het Wezen en zij bestaan ‘objectief’dat wil zeggen buiten het denken van de mens. De relatie tussen het Wezen en Zijn attributen, kan het best onderwoorden worden gebracht met de klassieke formule: ‘zij zijn noch identiek noch anders dan Hij’ . 3. De kwaliteiten van de transcendente God van de Mo’tazilieten, ondergingen door middel van allegorieën een gedaantewisseling. Deze 'rationalisten' beschouwden het noemen van lichaamsdelen van God, zoals dat in de Koran gebeurt als metaforen voor Zijn kracht, macht of visie. Een van de bekendste Mo’tazilitische denkers, Abd al-Djabbâr, interpreteerde Gods hand als zijn kracht of macht, zijn oog (‘ayn), als Gods kennis (‘ilm) of visie, en Gods aangezicht als Zijn wezen (dzât). De opvattingen over het verhelderende karakter van deze interpretatie liepen uiteen. Volgens tegenstanders creëerde het abstraherende karakter van de metaforen juist een afstand tussen de mens en God. Volgens hedendaagse ‘Mo’tazilieten’ is voor God alleen nog plaats in de wereld van onze verbeeldingskracht, de wereld van de metaforen. Kort samengevat: God staat voor het transcendentievermogen van de mens. 4. De onkenbare God(sidee) van de middeleeuwse islam werd tijdens de vroege discussies over godgeleerdheid beïnvloed door het neoplatoonse gedachtegoed . Het neoplatoonse godsconcept was transcendent van aard en was nauw verbonden met begrippen als emanatie – leer van de uitvloeiing der dingen uit een hoogste beginsel – maar niet met hypostasen zoals het ‘universele intellect’ (al-‘Aql al-Koellî) en de ‘universele ziel’ (al-Nafs al-Koellîyya). Hieruit is de emanatietheorie ontstaan die uitgaat van een hiërarchische opbouw van het bestaan waarbij vanuit ‘de Ene’ alle lagere zijnsstadia voortkomen; elk volgend stadium is samengesteld uit meer elementen. De filosofie heeft lang vastgehouden aan de veronderstelling dat de diepst denkbare grond van al wat is en de God van de monotheïstische godsdiensten, aan elkaar gelijk waren. 5. De mystici lieten droge beschouwingen en speculaties over de aard van God of het goddelijke het liefst achter zich om tot een vorm van directe communie of minstens communicatie met God te kunnen komen. Voor hen was God een God van liefde en nabijheid. Mohammed Iqbal, moslimfilosoof en dichter , in de eerste helft van de twintigste eeuw, heeft hierover gezegd dat zich achter de wereld der zintuigen een nieuwe horizon van transcendente werkelijkheid bevindt, die door de heden¬daagse opvoe¬ders en onderwijskundigen over het hoofd wordt gezien. Hij illustreert dat met de woorden: Indien kennis niet wordt gecombineerd met de manifestatie van Mozes en de ervaring van Hakîm dan is het een gebrekkige (vorm van) kennis. Mohyi'oddîn Mohammed Ibn 'Arabî (1165-1240), was een van de eersten die de wahdat al-woedjoed - de leer van de eenheid van het bestaande, onder woorden bracht. Hij werd daarin, naar zijn inzicht, gesteund door ondermeer de volgende koranverzen: En Wij zijn hem nader dan zijn halsslagader (50:16); Maar Wij zijn dichter bij hem dan u en toch ziet u het niet (56:85); Dit komt omdat Allah de enige realiteit is (31:30); Hij is de Alhorende, de Nabijzijnde (34:50). Ibn 'Arabi meent dat het doel van de schepping is dat Allah bekend wenste te zijn. Waarschijnlijk verwijzend naar de overlevering waarin Allah zegt: 'Ik was een verborgen schat en ik wenste bekend te zijn en daarom schiep Ik de schepping opdat die Mij zou leren kennen'. 6. Fasawfa tarânî - in minder dan geen tijd/of er komt een tijd dat je Mij zult zien. Iets van dat mystieke verlangen om God te zien, komen we tegen bij Rumi, ............................. |
Het Theekopje Er was eens een koppel dat altijd naar Engeland ging om te winkelen. Ze hielden allebei van antieke spullen en potwerk en vooral theekopjes. Op een dag zagen ze een prachtig theekopje in een winkel. Ze zeiden, 'Mogen we die even zien? We hebben nog nooit zo’n mooi kopje gezien.' Toen de winkeljuffrouw hen het kopje overhandigde, begon het ineens te spreken. 'Jullie begrijpen het niet,' zei het kopje. 'Ik ben niet altijd een theekopje geweest. Ooit was ik rood en van klei. Mijn meester nam me op en rolde me heen en weer en beklopte me keer op keer en ik schreeuwde het uit 'Laat me met rust', maar hij lachte alleen maar en zei, 'Nog niet.' 'Toen werd ik op een draaischijf geplaatst,' zei het theekopje, 'en ineens werd ik rond en rond gedraaid. 'Stop! Ik word duizelig', schreeuwde ik. Maar de meester knikte alleen en zei, 'Nog niet.' Daarna plaatste hij me in de oven. Ik had nog nooit zulke hitte gevoeld. Ik vroeg me af waarom hij me wilde verbranden en ik schreeuwde en klopte op de deur. Ik kon hem zien door de opening en ik kon zijn lippen lezen terwijl hij zijn hoofd schudde, 'Nog niet.' Eindelijk ging de deur open, hij zette me op de plank en ik begon af te koelen. 'Zo, dat is beter', zei ik. Hij borstelde me en verfde me helemaal onder. De lucht was verschrikkelijk. Ik dacht dat ik zou stikken. 'Stop, stop daarmee!' gilde ik. Hij knikte alleen: 'Nog niet'. Toen plaatste hij me ineens terug in de oven, niet zoals de eerste keer, deze keer was het twee keer zo heet en ik wist dat ik het zou begeven. Ik smeekte, ik bedelde, ik schreeuwde, ik huilde. Al die tijd kon ik hem zien door de opening, zijn hoofd schuddend: 'Nog niet'. Toen wist ik dat er geen hoop meer was. Ik zou het nooit halen. Ik stond op het punt om het op te geven. Maar de deur ging open en hij nam me eruit en plaatste me op de plank. Een uur later gaf hij me een spiegel en ik kon niet geloven dat ik dat was. 'Het is prachtig, Ik ben mooi!' 'Ik wil dat je dit onthoudt,' zei hij, 'Ik weet dat het pijn doet om op en neer gerold en geklopt te worden, maar als ik je met rust had gelaten, was je opgedroogd. Ik weet dat je duizelig werd van het ronddraaien op de schijf maar als ik was gestopt , was je afgebrokkeld. Ik weet dat het pijn deed en dat het heet en onuitstaanbaar was in de oven, maar als ik je er niet in had gestopt, zou je zijn gebarsten . Ik weet dat de lucht slecht was toen ik je in de verf zette, maar als ik dat niet gedaan had, zou je nooit hard geworden zijn; je zou geen kleur in je leven hebben gehad. En als ik je niet voor een tweede keer in de oven had gezet, zou je het niet lang uitgehouden hebben want de hardheid zou niet zijn gebleven . Nu ben je een afgewerkt product. Je bent precies geworden wat ik in gedachte had toen ik aan je begon.' |
Ken u zelf
Spiritualiteit is niet met een wierookje jasmijnthee drinken, maar dat kan wel spiritueel zijn... Het is ook bloed, zweet en tranen. Het is in de eerste plaats kritisch zelfonderzoek, waarin we onze onrust, twijfel en worsteling met het leven proberen te doorgronden. Dat doen we aan de hand van teksten in de Masnawî, waarin we steeds verschillende perspectieven kiezen. We kunnen onszelf in de hoofdpersoon van het verhaal verplaatsen, of we kunnen ons in een hoekje van het verhaal nestelen en observeren, of ons met een andere persoon in het verhaal identificeren of in het perspectief van de verteller plaatsen. De Masnawî ontroert, confronteert en daagt uit tot zelfonderzoek. Het is een intelligent, spiritueel en gelaagd werk, je kunt al lezend je hart volgen; reden voor mensen om glanzende carrières in te ruilen voor werk in de gehandicaptenzorg, maar dat betekent niet dat je problemen automatisch zijn opgelost. Dit in tegenstelling tot veel spirituele boeken die de lezer instant geluk beloven. De eerste stappen gaan over zelfkennis, inzicht en inkeer.
DIMENSIES VAN ZELFKENNIS
Ken u zelf: deze eenvoudige woorden spreken ons aan. We zijn gefascineerd
door zelfkennis en uitspraken als: 'hij die zichzelf kent, kent zijn Schepper.'
Maar hoe werkt dat? Hieronder probeer ik dimensies van zelfkennis te verkennen.
De sociale dimensie van zelfkennis is onze relatie met 'de ander'.
De religieuze of spirituele dimensie is onze relatie met de Schepper.
De innerlijke dimensie is onze relatie met onszelf. Of met ons zelf.
Zonder volledige oprechtheid en eerlijkheid kunnen we die
ontdekkingsreis niet eens beginnen.
Ook die eerlijkheid heeft drie dimensies: naar de ander, naar de Ander, en naar onszelf.
Oprechtheid en eerlijkheid naar de ander
We zijn voor onszelf en anderen veranderlijk en een vat vol tegenstrijdigheden en anderen zijn dat voor ons en zichzelf. Omdat we onszelf niet kennen en ons er niet proactief mee bezig houden onszelf te leren kennen, leren we ook de meeste‘anderen’ niet kennen.
Zelfreflectie is waardevol omdat het betekent dat je onbevooroordeelde objectieve kennis van je eigen wezen verkrijgt. Het is een zoektocht naar ons diepste innerlijk.
Dat betekent dat we alle vreemde stemmen maar ook onze eigen onzuivere drijfveren en
intenties tot zwijgen moeten brengen. Pas dan kom je tot kennis van het hart of
gnosis: godkennis.
Kennis leren kennen is kennis,
kennis is jezelf kennen,
wanneer je jezelf niet leert kennen;
waartoe dient dan al die studie?
Wat is het doel van al dat lezen?
dat iemand de Werkelijke leert kennen,
want als je leert zonder Hem te leren kennen,
kan al je studie vruchteloos wezen.
Zeg niet ik heb geleerd, ik weet,
zeg niet ik heb veel gebeden,
zolang je de mens niet met God verbindt,
is al je streven zonder reden.
De betekenis van de vier geopenbaarde boeken
wordt duidelijk in de eerste letter van het alfabet;
wanneer je die Alif niet kent,
wat is dat dan voor lege wet?
Als je negenentwintig letters spelt,
van kaft tot kaft geteld,
dan zeg je nog: O grote letterdief,
Wat betekent die Alif?
Yunus Emre zegt: O schriftgeleerde,
ga duizend maal naar Mekka om een pelgrim te lijken,
maar beter dan dat alles
is het één hart te bereiken!
Casus
Hasan van Basra bezocht Rabiá en zei: ‘Jij hebt de echte liefde zelf ervaren. Jij ontleent niets aan wat je van anderen hebt gehoord, gelezen of gezien. Uit zichzelf is het voor jou licht geworden. Leg me eens uit hoe dit kan, want mijn ziel verlangt hier ook naar!’
Rabiá antwoordde: ‘O Sjaik van de eeuw! Ik heb uit een paar draden enige koorden gemaakt. Ik nam ze mee en werd er blij van dat ik ze kon verkopen. Mijn opbrengst was twee geldstukken van zuiver zilver. Ik pakte ze toen niet alle twee in één hand vast, maar nam het ene zilverstuk in mijn ene en het andere in mijn andere hand. Dit deed ik omdat ik bang was dat als de zilverstukken bij elkaar zouden zijn, ze dan onderweg
gemakkelijker in handen van rovers zouden vallen. Bij de wereldse mens lopen ziel en hart echter gevaar. Hij zet talloze strikken uit om een stukje verboden goud te kunnen winnen. Maar als hij daarin slaagt dan sterft hij en moet hij alles vaarwel zeggen. Voor zijn erfgenaam is dat goud iets wat wettelijk weliswaar is toegestaan, maar hij erft ook de spanningen en de zorgen en onrust die met dit bezit samenhangen.’
De verbintenis tussen zelfkennis en godkennis
Hoe meer je de innerlijke weg volgt, hoe meer je terugkeert tot de bron, de essentie.
Geleidelijk ga je terug naar de oorsprong.
Alle wijsheid begint met de waaromvraag:
Waarom zijn we hier?
Waarom houden we van degene waarvan we houden?
Waarom houden we van een bepaald soort eten?
De stelling luidt: we weten het antwoord niet!
Er zijn allerlei ideeën over mogelijk, we hebben ook de neiging de
vraag te beantwoorden. Maar is dat antwoord juist? klopt het? Het eigenlijke
antwoord: er is niets zinnigs over te zeggen. In ieder geval niet door onszelf!
Het onbewuste zorgt er bijvoorbeeld voor dat we indrukken opdoen
van anderen. We zien elkaar maar daar zijn we niet bewust mee bezig. We zien
lichaamstaal, mimiek en, buiten enige vooropgestelde verwachtingen, weten we
niet waarom en wanneer we iemand aardig vinden. Daar ben je niet bewust mee
bezig. In de periferie van ons gezichtsveld weten we wie er naast ons zit en wie
er achter ons zit en zelfs wie er op een afstand schuin achter ons zit –
onbewust monitoren we onze hele omgeving. Wanneer er iemand zit die heel
bedreigend voor ons zou zijn dan merken we dat; dan voelen we dat. Dat is
bijvoorbeeld het receptie effect – de nieuwjaarsborrel of elke bijeenkomst
waarop mensen min of meer ‘ongedwongen’ bij elkaar zijn:
‘Je bent er’ en het onbewuste heeft de hele tijd alles gevolgd..
Het bewuste staat op het podium en het onbewuste neemt achter
de schermen gewaar dat daar van alles gebeurt: daar vinden allerlei hele
complexe processen plaats en die vormen een mengelmoes met de voortgaande
stromen in het onbewuste waarin aan de oplossing van het probleem wordt gewerkt:
waarom vind ik dat lekker en waarom doe ik dat niet, en het resultaat bereikt
het podium: wordt later op het podium geschoven - maar niet het voorafgaande
proces, dat blijft onzichtbaar- daarvan zijn wij ons niet bewust en we kennen
het niet.
Soms wordt er gevraagd: Zijn er individuele verschillen tussen ons? In de hoop dat degene die de vraag stelt wel achter de schermen kan kijken.
Het slechte nieuws. Nee er zijn geen verschillen we kunnen niet met
het onbewuste praten, je kunt geen bewust gebruik maken van het onbewuste zo
werkt de architectuur van het brein en het onbewuste niet, zegt de psychologie.
Je moet er trouwens niet aan denken dat je je dat allemaal bewust zou zijn..
Het goede nieuws is dat het onbewuste ons ontzettend veel werk uit handen neemt
Maar het komt erop neer dat je niet weet waarom je dat doet wat je doet.
Een moment van bewustzijn kan betekenen dat we uit onszelf
stappen en naar onszelf kijken:
Waar sta ik op dit moment in mijn leven?
Waar wil ik naar toe?
Ben ik eigenlijk wel goed bezig?
Bewustwording - zelfkennis - betekent dat je er een wending/draai aan kunt geven >
je kunt transformeren/veranderen > Bijv. tot inkeer of berouw komen.
Hoe kom je aan zelfkennis, ervan uitgaand dat je het echt wilt weten!?
Stel ik wil realistische feed back over mezelf en ik doe mee aan een test of ik laat me door iemand scannen of doorlichten en het resultaat is nogal kritisch.. De reactie is
dan altijd: ja maar dat klopt niet! Daar kon ik niets aan doen. Ik was niet zo
lekker toen ik die test deed. Het is trouwens ook niet zo’n goede test hè?!
Als we niet te horen krijgen wat we willen horen, dan doen we er niets
mee. Zo blijft het een blinde vlek want we verzinnen steeds smoezen.
Ook de feed back van anderen (niet deskundigen) vult de blinde vlek over onszelf
niet in, want die vertellen het zo dat het je niet kwetst of raakt.
Als je afzegt voor een feestje zeg je nooit ik kom niet want ik heb geen zin in jouw
feestje en niet in jou ook. Je zegt: de kinderen zijn niet lekker; ik heb hoofdpijn, etc.. We weten dus niet wat andere mensen van ons denken.
Bijv. Hoe hoger in de hiërarchie, hoe machtiger iemand is hoe minder hij de waarheid
over zichzelf hoort: Het impliciete zelf zie je niet!
Anderen zien je compleet: jij met je lichaamstaal je tics en je eigenaardigheden en dat zie je zelf niet..
Maak maar eens een praatje met iemand die je totaal niet kent.
Een praatje van vijf minuten in de trein of in de wachtkamer. En vraag dan wat
die persoon in alle eerlijkheid: wat vind u nou van mij?
De man of vrouw waarmee je al vijf jaar samen bent vertelt precies hetzelfde; die vertelt je net zoveel als die vreemde gesprekspartner na vijf minuten! zoveel leren mensen niet
van elkaar.
Je denkt aan zelfkennis te komen door naar binnen te kijken maar niets is minder waar.
Je komt erachter door aan anderen te vragen: aan de mensen om je heen die mensen hoef je niet eens zo goed te kennen en dan kom je toch een paar kernpunten van jezelf te weten. Maar dat aanvaarden we niet en dat willen we niet. Het leerproces is: oprechte feed back wordt op prijs gesteld en daar doen we iets mee.
Freud: het bewuste en het onbewuste
Naast onze wensen en ons gedrag dat we waarnemen, zijn er wensen en gedragingen bij ons aanwezig die voor onszelf verborgen blijven.
Freud drukt dit als volgt uit: naast het bewuste is er ook een onbewust deel in onze persoonlijkheid. In dat onbewuste zitten onder meer:
- ervaringen uit de vroege kinderjaren, die we vergeten zijn (waarvan
we ons niet meer bewust zijn), maar die toch onbewust ons handelen bepalen.
- wensen die door de maatschappij afgekeurd worden en die we daarom
naar het onbewuste hebben verbannen (verdrongen) en die we dus niet meer tot ons
bewustzijn laten doordringen. We helpen bv. een persoon, omdat we denken
(in ons bewustzijn) dat we een goede daad willen stellen, maar de "echte" drijfveer is dat we die persoon willen verleiden. Die drijfveer blijft echter onbewust.
NLP:
Jouw plek in de samenleving heb je onbewust vastgelegd.
Daardoor blijf je wie je bent en waar je bent, ook al wil je het misschien anders.
Intermenselijke relaties worden in het sociaal panorama model opgevat
als cognitieve constructies in de mentale ruimte; we projecteren mensen op een plek, en die plek bepaalt de kwaliteit van onze relaties. Met behulp van 'het sociaalpanorama
model' kunnen problemen met intieme relaties, zelfvertrouwen, conflicten, macht,
families, teams, organisaties, relatief eenvoudig worden geanalyseerd en opgelost.
PSYCH-K: Ontdek en verander effectief uw onbewuste overtuigingen
PSYCH-K is een krachtige methode waarmee je overtuigingen, gewoonten, beperkingen en blokkades die je als belemmerend of ongewenst ervaart, om kunt zetten in datgene wat je optimaal ondersteunt in je persoonlijke ontwikkeling en functioneren.
Volgens celbioloog Bruce Lipton wordt ons menselijk denken en handelen voor
95 procent bepaald door ons onderbewustzijn. Het is de automatische piloot van
waaruit we ons leven leven en waarin onze gewoonten, overtuigingen en ervaringen zijn vastgelegd. We zijn gewend met onze bewuste geest te ‘praten’ tegen ons onderbewuste, in een poging sturing aan ons leven te geven. Vandaar dat verandering vaak als moeizaam of niet blijvend wordt ervaren.
Met PSYCH-K heb je direct toegang tot je onderbewuste geest en vindt de verandering
in het onderbewuste plaats.
Je kunt PSYCH-K gebruiken voor persoonlijke groei op geestelijk, emotioneel of fysiek niveau.
Omdat integratie in het onderbewuste plaatsvindt, kun je je ontwikkeling versnellen en wordt veranderen eenvoudig, licht en leuk. We maken tijdens het proces gebruik van een speciaal ‘toestemmings-protocol’. Door dit protocol ben je verzekerd dat de veranderingen in jouw hoogste en beste belang zijn.
Voorbeelden:
Ik accepteer en waardeer mezelf volledig
Ik sta mezelf toe kwetsbaar en gevoelig te zijn in een relatie
Ik ben een belangrijk en noodzakelijk onderdeel van mijn familie
Ik zie schoonheid in alle delen van mijn lichaam
Ik verdien al het geld dat ik nodig heb met het werk dat ik het liefste doe
Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen leven
Ik ontspan me, doe mijn best en mijn best is goed genoeg
Meer over het PSYCH-K proces
Het onbewuste volgens soefi Llewellyn Vaughan-Lee
Altijd roept het Zelf naar ons, of we luisteren of niet.
Deze roep is onze vriend; het is de draad die ons naar huis leidt.
Spiritueel leven is een proces van innerlijke transformatie waarin de
hele psychische structuur van de zoeker veranderd wordt. Ofschoon het mysterie
van dit proces voor het verstand niet te vatten is laat Llewellyn Vaughan-Lee de
lezer gevoelig worden voor de momenten waarin het diepste Zelf zich doet kennen.
Deze kostbare momenten vormen de draad die ons kan begeleiden op deze weg van
innerlijke evolutie. Door de beelden van het onbewuste die in de droom opkomen
kunnen we de taal van de ziel leren verstaan. De lezer kan zijn eigen weg gaan
herkennen wanneer Llewellyn Vaughan-Lee zich beweegt op het grensvlak van de
psychologie van Jung en spiritueel leven. Hij neemt je mee op een innerlijke
reis vanuit de duisternis van de schaduwen van het onbewuste, naar momenten van
transformatie.
Hij beschrijft op bloemrijke wijze het liefdesspel met onze eigen innerlijke
partner en hij laat je aanwezig zijn in het archetypische rijk waar het Zelf
verschijnt in zijn symbolische dimensie. Tenslotte gaat hij op een genuanceerde
wijze in op de relatie met een Soefi Meester.
De andere visie: Wat je zoekt ben je zelf
‘Je bent wat je zoekt’, is een moeilijke. Klinkt mooi maar wat betekent het? Als je wilt weten waar en wat God is, onderzoek dan je eigen onbewuste, wordt bedoeld. Het lijkt in z’n werking op: ‘Wat je zegt ben je zelf!’ Daarom eerst dit soefiverhaal over ‘dagdagelijks onbewust gedrag’.
Casus
Het gebeurde op het grote Registanplein in Buchara. Daar kijken van drie kanten de gebouwen van de geleerdheid op de mensen neer..
Bahâ’ud-Dîn van Buchara, die de Chwadjagân-Naqsjibandiya zijn naam heeft gegeven, ontmoette op die dag een andere darwisj Bahâ’ud-Dîn stond midden op dat grote
universiteitsplein van Buchara, omringd door zijn volgelingen. Er kwam een
onbekende derwisj het plein oplopen. Aan zijn kleding kon je zien dat het een
rondreizendeKalandar derwisj van de Malamati soefi orde was. De aanhangers van die orde hebben als basis voor hun sûfi pedagogiek het koranvers:
‘Nee! Ik roep de zichzelf beschuldigende ziel of ego tot getuige.’ (75:2). Zij
gaan ervan uit dat het vers eenieder aanmoedigt, zichzelf constant te kritiseren
en blameren, wanneer zijn aandacht ook maar even van het goddelijke is afgeleid.
De ‘zichzelf verwijtende zelf’, werd in de Malamati terminologie op deze manier
de ‘perfecte zelf’.
Bahâ’ud-Dîn vroeg:
- ‘Waar komt u vandaan?’ op de traditionele manier van de reizigers van het pad.
- ‘Geen flauw idee’, zei de Kalandar, en grinnikte als een dwaas.
Enkele leerlingen van Bahâ’ud-Dîn lieten hun afkeuring blijken voor het gebrek aan respect voor hun meester.
- ‘En waar gaat u heen?’ was Bahâ’ud-Dîn’s volgende vraag.
- ‘Ik weet het niet’, zei de darwisj op vreemde toon.
Er begonnen zich mensen rond hen te verzamelen.
- ‘Wat is goed?’ bleef Bahâ’ud-Dîn doorvragen.
- ‘Ik weet het niet!’
- ‘Wat is kwaad?’
- ‘Ik heb er geen idee van!’
- ‘Wat is juist?’
- ‘Wat goed is voor mij.’
- ‘Wat is verkeerd?’
- ‘Wat slecht is voor mij.’
De mensen joegen de darwisj weg, omdat hij hun geduld op de proef stelde, maar ook omdat zij geen wijsheid in zijn woorden konden vinden en hij de meester geen respect toonde. De darwisj gaf zichzelf een houding en schreed heel waardig weg, maar liep een doodlopende straat in. Bahâ’ud-Dîn richtte zich toen tot de mensen en vroeg: ‘Waarom joegen jullie die man weg?’
Zij zeiden: ‘Het is een dwaas zonder inhoud!’
Bahâ’ud-Dîn zei: ‘De dwazen zijn jullie! Niet hij. Die man demonstreerde de rol van de mensheid. Terwijl jullie hem verachten liet hij weloverwogen het gebrek aan aandacht
zien dat jullie elke dag onbewust aan de dag leggen.
Stilte is een geweldig spiritueel vermogen, toch zijn velen van
ons er bang voor omdat het dwingt ons in postuur te zetten tegenover onze
voortrazende gedachtewereld. Het is vreemd hoezeer we ons verzetten tegen de al
in ons aanwezige rust en vrede die altijd binnen bereik is. Misschien omdat rust
vinden in ons simpele‘aanwezig zijn’, zo vreemd is na een levenslange gewenning
aan mentale complicaties, waarvan we veronderstellen dat dat ‘het leven’ is.
Misschien gaan we ervan uit dat we ons vervelen als we geen bijzonder geestelijk
probleem in ons leven hebben. We zouden wel eens kunnen worden overvallen door
de ruimte en vrijheid die we in ons leven krijgen als we niet ‘op jacht’ zijn.
Verstild waarnemend bewustzijn, houdt ons in het nu. Waardoor we niet meteen in
de war raken als de problemen opdoemen.
Volg de in jezelf aanwezige wijsheid en laat die in je handelingen vorm krijgen.[1]
Een stilteoefening.
Sluit u af voor geluid en beeld, dat wil zeggen oren en ogen sluiten en diep adem halen (dat is slechts een hulpmiddeltje) om ook ons denken te stoppen. Kijk wat het eerste gevoel, geluid, of het eerste beeld, of toch
weer de eerste gedachte is die of dat in ons hoofd of hart opkomt. Het gaat om de overgang van zintuiglijke waarneming, naar ‘gewaarworden.’
Munâdjât – zwijgend en innig gebed, de innerlijke smeekbede
Op veel plaatsen in de Koran wordt het belang van persoonlijk en
intiem contact met Allah duidelijk gemaakt. Zo staat er: ‘En wanneer Mijn
dienaren over Mij vragen zeg hen dan: Ik ben dichtbij. Ik verhoor het gebed van
de smekeling als hij bidt.’(2:186). Onze allerhoogste Schepper heeft voor ons de
deur van het smeekgebed –de du’â, voor ons geopend, zodat wij onze noden en
vragen aan Hem bekend kunnen maken. Het verrichten van een du’â houdt in dat een
schepsel zijn of haar eigen onmacht begrijpt; dat hij of zij in deze en de
komende wereld afhankelijk is van Allah en die toestand toegeeft en aan Hem
bekend maakt. Du’â betekent ook dat de mens zijn eigen dienaarschap begrijpt en
het Meester zijn van Allah erkent. Zoals de profeet heeft gezegd: ‘De du’â is de
essentie van aanbidding zelf.’ Ook zei hij: ‘Du’â is het wapen van de gelovige,
het fundament van de godsdienst en het licht van hemel en aarde. Het smeekgebed
van een vader voor zijn kind, is als het smeekgebed van een profeet voor zijn
gemeenschap; Allah verhoort het. Net als het smeekgebed van degene die
onrechtvaardig wordt behandeld, van de reiziger en van ouders voor hun kinderen,
wordt verhoord.’ In de Koran zegt Allah over de du’â: ‘Bid tot Mij, Ik zal uw
gebeden verhoren.”(40:60).
Munâdjât is het tegenovergestelde van een gebed afraffelen, of onverschillig en met je gedachten ergens anders, je tot God richten. Daarom zegt de Koran: ‘Behoor niet tot de onverschilligen.’(7:205). Het is opvallend hoe makkelijk we dat bij de Schepper doen en hoe moeilijk het is bij iemand die over onze wereldse toekomst of over onze financiën beslist. Wanneer je geld geeft aan een arme, maakt het voor de arme niet zoveel uit of je dat volkomen geconcentreerd doet en er wel of niet met je gedachten bij bent. Je regelrecht tot God richten en met Hem in dialoog gaan, je innerlijk op Hem richten is toch iets anders. Er spelen dan twee dingen of je bent in gesprek, of je richt je zwijgend en intens op Hem. De maag wordt beproefd met vasten, liefdadigheid beproeft de portemonnee, en de tong wordt beproefd met het uitspreken van de juiste woorden.
Als het nacht wordt en de duisternis valt en iedereen zijn bed
spreidt en veel mensen met hun geliefde alleen zijn, is het de tijd van het
innerlijke gebed in stilte; voor het aangezicht van de Geliefde. Eenieder offert
zijn nachtrust ergens voor op. Sommigen doen dat om van de diepe stilte van de
nacht gebruik te maken om tot zichzelf te komen en een innerlijke smeekbede tot
God te richten. Het initiatief ligt bij jou. Zoals de Koran zegt:
‘Wees je bewust van Allah en dan schenkt Allah u kennis.’ (2:282). En: ‘Wees je bewust van Allah en weet dat je Hem zult ontmoeten.’ (2:223).
Alle gebeden bestaan in essentie uit het in stilte contact zoeken met God. Wanneer je je afvraagt of je werkelijk in gebed bent, heeft dat te maken met de innerlijke frequentie waarop je God ontvangt. Was je daarop afgestemd of niet?
De smeekbede in het verborgene is eigenlijk een constante stroom gedachten die we delen met God. We zijn ons bewust van iemand die meekijkt in ons leven.
Iemand zei van binnenuit in zijn smeekbede:‘Als ik zondig is mijn hoop op U groter dan de hoop die ik op mijn daden baseer. Bij mijn daden vertrouw ik op mijn oprechtheid, terwijl dat nogal gemengd is met twijfelachtigheden. Bij het zondigen vertrouw ik direct op U en Uw vergiffenis…’
Het zoontje van een moslim nam eens zijn niet moslimvriendjes mee naar huis. Het leek hem wel leuk als ze zouden mee eten.. Zijn vader zei: dat gaat niet zoon, we hebben al veel gasten en die jongens eten niet zoals wij, ze hebben geen manieren. Hij bedoelde eigenlijk we zijn met moslims onder elkaar. Maar meteen daarna hoorde hij zijn innerlijke stem: ‘Die kinderen geef ik al jaren te eten, al kennen ze Mij niet! Ik geef eten aan gelovigen en ongelovigen.’
De vader rende terug en vroeg de jongens binnen te komen. Dat was zijn innerlijke stemmetje. Zijn Munâdjât stem.
Er wordt gezegd dat Dawûd, die in de Bijbel David heet, een boodschap van Allah aan de mensen bracht waarin hij zei:‘God vraagt jullie waarom Hij jullie stemmen niet hoort. Hij zegt: ‘Niemand richt zich tot Mij; hebben zij geen wensen, geen vragen? Door deze woorden van Dawûd gingen mensen verlegen en van binnen, zich tot God richten en hem in hun eigen woorden toespreken, waarbij ze woorden zeiden die ze nog nooit tegen iemand anders hadden gezegd. Waarop Allah aan Dawûd openbaarde dat Hij Zijn licht aan hen zou schenken. Toen Dawûd naar de reden vroeg zei Hij: ‘Omdat zij zich in Munâdjât in woorden die van de bodem van hun ziel komen tot Mij hebben gericht.’
Een van de tekenen dat Allah van ons houdt en dat wij van Allah houden is dat wij op een eenzame plek vriendschap met Allah sluiten en ons innerlijk tot Hem wenden in gebed.
Iemand vroeg aan de heilige Ibrahim ibn Adham, die een bergpad afdaalde: ‘waar kom je vandaan?’ ‘Van Munâdjât met Allah’, zei hij. Hij had de eenzaamheid en de stilte van een plek in de bergen gezocht om met Hem - met Allah - alleen te zijn.
Hiermee is een poging gedaan iets van onze innerlijke stem en
onze innerlijke verbintenis met Allah te verduidelijken. We raken gehecht aan
die stem als hij eenmaal in ons spreekt en we missen hem als we helemaal alleen
voor grote beslissingen staan en zijn inspiratie moeten ontberen. Het kwijtraken
van die innerlijke stem wordt een klein persoonlijk drama genoemd door sommige
mystici. Laten we proberen een innerlijk gesprek met Allah op gang te brengen en
het niet meer kwijt te raken.
[1] Catherine Ingram. (2004). Passionate Presence: experiencing the Seven Qualities of Awakened Awareness. Gotham Books.
DIMENSIES VAN ZELFKENNIS
Ken u zelf: deze eenvoudige woorden spreken ons aan. We zijn gefascineerd
door zelfkennis en uitspraken als: 'hij die zichzelf kent, kent zijn Schepper.'
Maar hoe werkt dat? Hieronder probeer ik dimensies van zelfkennis te verkennen.
De sociale dimensie van zelfkennis is onze relatie met 'de ander'.
De religieuze of spirituele dimensie is onze relatie met de Schepper.
De innerlijke dimensie is onze relatie met onszelf. Of met ons zelf.
Zonder volledige oprechtheid en eerlijkheid kunnen we die
ontdekkingsreis niet eens beginnen.
Ook die eerlijkheid heeft drie dimensies: naar de ander, naar de Ander, en naar onszelf.
Oprechtheid en eerlijkheid naar de ander
We zijn voor onszelf en anderen veranderlijk en een vat vol tegenstrijdigheden en anderen zijn dat voor ons en zichzelf. Omdat we onszelf niet kennen en ons er niet proactief mee bezig houden onszelf te leren kennen, leren we ook de meeste‘anderen’ niet kennen.
Zelfreflectie is waardevol omdat het betekent dat je onbevooroordeelde objectieve kennis van je eigen wezen verkrijgt. Het is een zoektocht naar ons diepste innerlijk.
Dat betekent dat we alle vreemde stemmen maar ook onze eigen onzuivere drijfveren en
intenties tot zwijgen moeten brengen. Pas dan kom je tot kennis van het hart of
gnosis: godkennis.
Kennis leren kennen is kennis,
kennis is jezelf kennen,
wanneer je jezelf niet leert kennen;
waartoe dient dan al die studie?
Wat is het doel van al dat lezen?
dat iemand de Werkelijke leert kennen,
want als je leert zonder Hem te leren kennen,
kan al je studie vruchteloos wezen.
Zeg niet ik heb geleerd, ik weet,
zeg niet ik heb veel gebeden,
zolang je de mens niet met God verbindt,
is al je streven zonder reden.
De betekenis van de vier geopenbaarde boeken
wordt duidelijk in de eerste letter van het alfabet;
wanneer je die Alif niet kent,
wat is dat dan voor lege wet?
Als je negenentwintig letters spelt,
van kaft tot kaft geteld,
dan zeg je nog: O grote letterdief,
Wat betekent die Alif?
Yunus Emre zegt: O schriftgeleerde,
ga duizend maal naar Mekka om een pelgrim te lijken,
maar beter dan dat alles
is het één hart te bereiken!
Casus
Hasan van Basra bezocht Rabiá en zei: ‘Jij hebt de echte liefde zelf ervaren. Jij ontleent niets aan wat je van anderen hebt gehoord, gelezen of gezien. Uit zichzelf is het voor jou licht geworden. Leg me eens uit hoe dit kan, want mijn ziel verlangt hier ook naar!’
Rabiá antwoordde: ‘O Sjaik van de eeuw! Ik heb uit een paar draden enige koorden gemaakt. Ik nam ze mee en werd er blij van dat ik ze kon verkopen. Mijn opbrengst was twee geldstukken van zuiver zilver. Ik pakte ze toen niet alle twee in één hand vast, maar nam het ene zilverstuk in mijn ene en het andere in mijn andere hand. Dit deed ik omdat ik bang was dat als de zilverstukken bij elkaar zouden zijn, ze dan onderweg
gemakkelijker in handen van rovers zouden vallen. Bij de wereldse mens lopen ziel en hart echter gevaar. Hij zet talloze strikken uit om een stukje verboden goud te kunnen winnen. Maar als hij daarin slaagt dan sterft hij en moet hij alles vaarwel zeggen. Voor zijn erfgenaam is dat goud iets wat wettelijk weliswaar is toegestaan, maar hij erft ook de spanningen en de zorgen en onrust die met dit bezit samenhangen.’
De verbintenis tussen zelfkennis en godkennis
Hoe meer je de innerlijke weg volgt, hoe meer je terugkeert tot de bron, de essentie.
Geleidelijk ga je terug naar de oorsprong.
Alle wijsheid begint met de waaromvraag:
Waarom zijn we hier?
Waarom houden we van degene waarvan we houden?
Waarom houden we van een bepaald soort eten?
De stelling luidt: we weten het antwoord niet!
Er zijn allerlei ideeën over mogelijk, we hebben ook de neiging de
vraag te beantwoorden. Maar is dat antwoord juist? klopt het? Het eigenlijke
antwoord: er is niets zinnigs over te zeggen. In ieder geval niet door onszelf!
Het onbewuste zorgt er bijvoorbeeld voor dat we indrukken opdoen
van anderen. We zien elkaar maar daar zijn we niet bewust mee bezig. We zien
lichaamstaal, mimiek en, buiten enige vooropgestelde verwachtingen, weten we
niet waarom en wanneer we iemand aardig vinden. Daar ben je niet bewust mee
bezig. In de periferie van ons gezichtsveld weten we wie er naast ons zit en wie
er achter ons zit en zelfs wie er op een afstand schuin achter ons zit –
onbewust monitoren we onze hele omgeving. Wanneer er iemand zit die heel
bedreigend voor ons zou zijn dan merken we dat; dan voelen we dat. Dat is
bijvoorbeeld het receptie effect – de nieuwjaarsborrel of elke bijeenkomst
waarop mensen min of meer ‘ongedwongen’ bij elkaar zijn:
‘Je bent er’ en het onbewuste heeft de hele tijd alles gevolgd..
Het bewuste staat op het podium en het onbewuste neemt achter
de schermen gewaar dat daar van alles gebeurt: daar vinden allerlei hele
complexe processen plaats en die vormen een mengelmoes met de voortgaande
stromen in het onbewuste waarin aan de oplossing van het probleem wordt gewerkt:
waarom vind ik dat lekker en waarom doe ik dat niet, en het resultaat bereikt
het podium: wordt later op het podium geschoven - maar niet het voorafgaande
proces, dat blijft onzichtbaar- daarvan zijn wij ons niet bewust en we kennen
het niet.
Soms wordt er gevraagd: Zijn er individuele verschillen tussen ons? In de hoop dat degene die de vraag stelt wel achter de schermen kan kijken.
Het slechte nieuws. Nee er zijn geen verschillen we kunnen niet met
het onbewuste praten, je kunt geen bewust gebruik maken van het onbewuste zo
werkt de architectuur van het brein en het onbewuste niet, zegt de psychologie.
Je moet er trouwens niet aan denken dat je je dat allemaal bewust zou zijn..
Het goede nieuws is dat het onbewuste ons ontzettend veel werk uit handen neemt
Maar het komt erop neer dat je niet weet waarom je dat doet wat je doet.
Een moment van bewustzijn kan betekenen dat we uit onszelf
stappen en naar onszelf kijken:
Waar sta ik op dit moment in mijn leven?
Waar wil ik naar toe?
Ben ik eigenlijk wel goed bezig?
Bewustwording - zelfkennis - betekent dat je er een wending/draai aan kunt geven >
je kunt transformeren/veranderen > Bijv. tot inkeer of berouw komen.
Hoe kom je aan zelfkennis, ervan uitgaand dat je het echt wilt weten!?
Stel ik wil realistische feed back over mezelf en ik doe mee aan een test of ik laat me door iemand scannen of doorlichten en het resultaat is nogal kritisch.. De reactie is
dan altijd: ja maar dat klopt niet! Daar kon ik niets aan doen. Ik was niet zo
lekker toen ik die test deed. Het is trouwens ook niet zo’n goede test hè?!
Als we niet te horen krijgen wat we willen horen, dan doen we er niets
mee. Zo blijft het een blinde vlek want we verzinnen steeds smoezen.
Ook de feed back van anderen (niet deskundigen) vult de blinde vlek over onszelf
niet in, want die vertellen het zo dat het je niet kwetst of raakt.
Als je afzegt voor een feestje zeg je nooit ik kom niet want ik heb geen zin in jouw
feestje en niet in jou ook. Je zegt: de kinderen zijn niet lekker; ik heb hoofdpijn, etc.. We weten dus niet wat andere mensen van ons denken.
Bijv. Hoe hoger in de hiërarchie, hoe machtiger iemand is hoe minder hij de waarheid
over zichzelf hoort: Het impliciete zelf zie je niet!
Anderen zien je compleet: jij met je lichaamstaal je tics en je eigenaardigheden en dat zie je zelf niet..
Maak maar eens een praatje met iemand die je totaal niet kent.
Een praatje van vijf minuten in de trein of in de wachtkamer. En vraag dan wat
die persoon in alle eerlijkheid: wat vind u nou van mij?
De man of vrouw waarmee je al vijf jaar samen bent vertelt precies hetzelfde; die vertelt je net zoveel als die vreemde gesprekspartner na vijf minuten! zoveel leren mensen niet
van elkaar.
Je denkt aan zelfkennis te komen door naar binnen te kijken maar niets is minder waar.
Je komt erachter door aan anderen te vragen: aan de mensen om je heen die mensen hoef je niet eens zo goed te kennen en dan kom je toch een paar kernpunten van jezelf te weten. Maar dat aanvaarden we niet en dat willen we niet. Het leerproces is: oprechte feed back wordt op prijs gesteld en daar doen we iets mee.
Freud: het bewuste en het onbewuste
Naast onze wensen en ons gedrag dat we waarnemen, zijn er wensen en gedragingen bij ons aanwezig die voor onszelf verborgen blijven.
Freud drukt dit als volgt uit: naast het bewuste is er ook een onbewust deel in onze persoonlijkheid. In dat onbewuste zitten onder meer:
- ervaringen uit de vroege kinderjaren, die we vergeten zijn (waarvan
we ons niet meer bewust zijn), maar die toch onbewust ons handelen bepalen.
- wensen die door de maatschappij afgekeurd worden en die we daarom
naar het onbewuste hebben verbannen (verdrongen) en die we dus niet meer tot ons
bewustzijn laten doordringen. We helpen bv. een persoon, omdat we denken
(in ons bewustzijn) dat we een goede daad willen stellen, maar de "echte" drijfveer is dat we die persoon willen verleiden. Die drijfveer blijft echter onbewust.
NLP:
Jouw plek in de samenleving heb je onbewust vastgelegd.
Daardoor blijf je wie je bent en waar je bent, ook al wil je het misschien anders.
Intermenselijke relaties worden in het sociaal panorama model opgevat
als cognitieve constructies in de mentale ruimte; we projecteren mensen op een plek, en die plek bepaalt de kwaliteit van onze relaties. Met behulp van 'het sociaalpanorama
model' kunnen problemen met intieme relaties, zelfvertrouwen, conflicten, macht,
families, teams, organisaties, relatief eenvoudig worden geanalyseerd en opgelost.
PSYCH-K: Ontdek en verander effectief uw onbewuste overtuigingen
PSYCH-K is een krachtige methode waarmee je overtuigingen, gewoonten, beperkingen en blokkades die je als belemmerend of ongewenst ervaart, om kunt zetten in datgene wat je optimaal ondersteunt in je persoonlijke ontwikkeling en functioneren.
Volgens celbioloog Bruce Lipton wordt ons menselijk denken en handelen voor
95 procent bepaald door ons onderbewustzijn. Het is de automatische piloot van
waaruit we ons leven leven en waarin onze gewoonten, overtuigingen en ervaringen zijn vastgelegd. We zijn gewend met onze bewuste geest te ‘praten’ tegen ons onderbewuste, in een poging sturing aan ons leven te geven. Vandaar dat verandering vaak als moeizaam of niet blijvend wordt ervaren.
Met PSYCH-K heb je direct toegang tot je onderbewuste geest en vindt de verandering
in het onderbewuste plaats.
Je kunt PSYCH-K gebruiken voor persoonlijke groei op geestelijk, emotioneel of fysiek niveau.
Omdat integratie in het onderbewuste plaatsvindt, kun je je ontwikkeling versnellen en wordt veranderen eenvoudig, licht en leuk. We maken tijdens het proces gebruik van een speciaal ‘toestemmings-protocol’. Door dit protocol ben je verzekerd dat de veranderingen in jouw hoogste en beste belang zijn.
Voorbeelden:
Ik accepteer en waardeer mezelf volledig
Ik sta mezelf toe kwetsbaar en gevoelig te zijn in een relatie
Ik ben een belangrijk en noodzakelijk onderdeel van mijn familie
Ik zie schoonheid in alle delen van mijn lichaam
Ik verdien al het geld dat ik nodig heb met het werk dat ik het liefste doe
Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen leven
Ik ontspan me, doe mijn best en mijn best is goed genoeg
Meer over het PSYCH-K proces
Het onbewuste volgens soefi Llewellyn Vaughan-Lee
Altijd roept het Zelf naar ons, of we luisteren of niet.
Deze roep is onze vriend; het is de draad die ons naar huis leidt.
Spiritueel leven is een proces van innerlijke transformatie waarin de
hele psychische structuur van de zoeker veranderd wordt. Ofschoon het mysterie
van dit proces voor het verstand niet te vatten is laat Llewellyn Vaughan-Lee de
lezer gevoelig worden voor de momenten waarin het diepste Zelf zich doet kennen.
Deze kostbare momenten vormen de draad die ons kan begeleiden op deze weg van
innerlijke evolutie. Door de beelden van het onbewuste die in de droom opkomen
kunnen we de taal van de ziel leren verstaan. De lezer kan zijn eigen weg gaan
herkennen wanneer Llewellyn Vaughan-Lee zich beweegt op het grensvlak van de
psychologie van Jung en spiritueel leven. Hij neemt je mee op een innerlijke
reis vanuit de duisternis van de schaduwen van het onbewuste, naar momenten van
transformatie.
Hij beschrijft op bloemrijke wijze het liefdesspel met onze eigen innerlijke
partner en hij laat je aanwezig zijn in het archetypische rijk waar het Zelf
verschijnt in zijn symbolische dimensie. Tenslotte gaat hij op een genuanceerde
wijze in op de relatie met een Soefi Meester.
De andere visie: Wat je zoekt ben je zelf
‘Je bent wat je zoekt’, is een moeilijke. Klinkt mooi maar wat betekent het? Als je wilt weten waar en wat God is, onderzoek dan je eigen onbewuste, wordt bedoeld. Het lijkt in z’n werking op: ‘Wat je zegt ben je zelf!’ Daarom eerst dit soefiverhaal over ‘dagdagelijks onbewust gedrag’.
Casus
Het gebeurde op het grote Registanplein in Buchara. Daar kijken van drie kanten de gebouwen van de geleerdheid op de mensen neer..
Bahâ’ud-Dîn van Buchara, die de Chwadjagân-Naqsjibandiya zijn naam heeft gegeven, ontmoette op die dag een andere darwisj Bahâ’ud-Dîn stond midden op dat grote
universiteitsplein van Buchara, omringd door zijn volgelingen. Er kwam een
onbekende derwisj het plein oplopen. Aan zijn kleding kon je zien dat het een
rondreizendeKalandar derwisj van de Malamati soefi orde was. De aanhangers van die orde hebben als basis voor hun sûfi pedagogiek het koranvers:
‘Nee! Ik roep de zichzelf beschuldigende ziel of ego tot getuige.’ (75:2). Zij
gaan ervan uit dat het vers eenieder aanmoedigt, zichzelf constant te kritiseren
en blameren, wanneer zijn aandacht ook maar even van het goddelijke is afgeleid.
De ‘zichzelf verwijtende zelf’, werd in de Malamati terminologie op deze manier
de ‘perfecte zelf’.
Bahâ’ud-Dîn vroeg:
- ‘Waar komt u vandaan?’ op de traditionele manier van de reizigers van het pad.
- ‘Geen flauw idee’, zei de Kalandar, en grinnikte als een dwaas.
Enkele leerlingen van Bahâ’ud-Dîn lieten hun afkeuring blijken voor het gebrek aan respect voor hun meester.
- ‘En waar gaat u heen?’ was Bahâ’ud-Dîn’s volgende vraag.
- ‘Ik weet het niet’, zei de darwisj op vreemde toon.
Er begonnen zich mensen rond hen te verzamelen.
- ‘Wat is goed?’ bleef Bahâ’ud-Dîn doorvragen.
- ‘Ik weet het niet!’
- ‘Wat is kwaad?’
- ‘Ik heb er geen idee van!’
- ‘Wat is juist?’
- ‘Wat goed is voor mij.’
- ‘Wat is verkeerd?’
- ‘Wat slecht is voor mij.’
De mensen joegen de darwisj weg, omdat hij hun geduld op de proef stelde, maar ook omdat zij geen wijsheid in zijn woorden konden vinden en hij de meester geen respect toonde. De darwisj gaf zichzelf een houding en schreed heel waardig weg, maar liep een doodlopende straat in. Bahâ’ud-Dîn richtte zich toen tot de mensen en vroeg: ‘Waarom joegen jullie die man weg?’
Zij zeiden: ‘Het is een dwaas zonder inhoud!’
Bahâ’ud-Dîn zei: ‘De dwazen zijn jullie! Niet hij. Die man demonstreerde de rol van de mensheid. Terwijl jullie hem verachten liet hij weloverwogen het gebrek aan aandacht
zien dat jullie elke dag onbewust aan de dag leggen.
Stilte is een geweldig spiritueel vermogen, toch zijn velen van
ons er bang voor omdat het dwingt ons in postuur te zetten tegenover onze
voortrazende gedachtewereld. Het is vreemd hoezeer we ons verzetten tegen de al
in ons aanwezige rust en vrede die altijd binnen bereik is. Misschien omdat rust
vinden in ons simpele‘aanwezig zijn’, zo vreemd is na een levenslange gewenning
aan mentale complicaties, waarvan we veronderstellen dat dat ‘het leven’ is.
Misschien gaan we ervan uit dat we ons vervelen als we geen bijzonder geestelijk
probleem in ons leven hebben. We zouden wel eens kunnen worden overvallen door
de ruimte en vrijheid die we in ons leven krijgen als we niet ‘op jacht’ zijn.
Verstild waarnemend bewustzijn, houdt ons in het nu. Waardoor we niet meteen in
de war raken als de problemen opdoemen.
Volg de in jezelf aanwezige wijsheid en laat die in je handelingen vorm krijgen.[1]
Een stilteoefening.
Sluit u af voor geluid en beeld, dat wil zeggen oren en ogen sluiten en diep adem halen (dat is slechts een hulpmiddeltje) om ook ons denken te stoppen. Kijk wat het eerste gevoel, geluid, of het eerste beeld, of toch
weer de eerste gedachte is die of dat in ons hoofd of hart opkomt. Het gaat om de overgang van zintuiglijke waarneming, naar ‘gewaarworden.’
Munâdjât – zwijgend en innig gebed, de innerlijke smeekbede
Op veel plaatsen in de Koran wordt het belang van persoonlijk en
intiem contact met Allah duidelijk gemaakt. Zo staat er: ‘En wanneer Mijn
dienaren over Mij vragen zeg hen dan: Ik ben dichtbij. Ik verhoor het gebed van
de smekeling als hij bidt.’(2:186). Onze allerhoogste Schepper heeft voor ons de
deur van het smeekgebed –de du’â, voor ons geopend, zodat wij onze noden en
vragen aan Hem bekend kunnen maken. Het verrichten van een du’â houdt in dat een
schepsel zijn of haar eigen onmacht begrijpt; dat hij of zij in deze en de
komende wereld afhankelijk is van Allah en die toestand toegeeft en aan Hem
bekend maakt. Du’â betekent ook dat de mens zijn eigen dienaarschap begrijpt en
het Meester zijn van Allah erkent. Zoals de profeet heeft gezegd: ‘De du’â is de
essentie van aanbidding zelf.’ Ook zei hij: ‘Du’â is het wapen van de gelovige,
het fundament van de godsdienst en het licht van hemel en aarde. Het smeekgebed
van een vader voor zijn kind, is als het smeekgebed van een profeet voor zijn
gemeenschap; Allah verhoort het. Net als het smeekgebed van degene die
onrechtvaardig wordt behandeld, van de reiziger en van ouders voor hun kinderen,
wordt verhoord.’ In de Koran zegt Allah over de du’â: ‘Bid tot Mij, Ik zal uw
gebeden verhoren.”(40:60).
Munâdjât is het tegenovergestelde van een gebed afraffelen, of onverschillig en met je gedachten ergens anders, je tot God richten. Daarom zegt de Koran: ‘Behoor niet tot de onverschilligen.’(7:205). Het is opvallend hoe makkelijk we dat bij de Schepper doen en hoe moeilijk het is bij iemand die over onze wereldse toekomst of over onze financiën beslist. Wanneer je geld geeft aan een arme, maakt het voor de arme niet zoveel uit of je dat volkomen geconcentreerd doet en er wel of niet met je gedachten bij bent. Je regelrecht tot God richten en met Hem in dialoog gaan, je innerlijk op Hem richten is toch iets anders. Er spelen dan twee dingen of je bent in gesprek, of je richt je zwijgend en intens op Hem. De maag wordt beproefd met vasten, liefdadigheid beproeft de portemonnee, en de tong wordt beproefd met het uitspreken van de juiste woorden.
Als het nacht wordt en de duisternis valt en iedereen zijn bed
spreidt en veel mensen met hun geliefde alleen zijn, is het de tijd van het
innerlijke gebed in stilte; voor het aangezicht van de Geliefde. Eenieder offert
zijn nachtrust ergens voor op. Sommigen doen dat om van de diepe stilte van de
nacht gebruik te maken om tot zichzelf te komen en een innerlijke smeekbede tot
God te richten. Het initiatief ligt bij jou. Zoals de Koran zegt:
‘Wees je bewust van Allah en dan schenkt Allah u kennis.’ (2:282). En: ‘Wees je bewust van Allah en weet dat je Hem zult ontmoeten.’ (2:223).
Alle gebeden bestaan in essentie uit het in stilte contact zoeken met God. Wanneer je je afvraagt of je werkelijk in gebed bent, heeft dat te maken met de innerlijke frequentie waarop je God ontvangt. Was je daarop afgestemd of niet?
De smeekbede in het verborgene is eigenlijk een constante stroom gedachten die we delen met God. We zijn ons bewust van iemand die meekijkt in ons leven.
Iemand zei van binnenuit in zijn smeekbede:‘Als ik zondig is mijn hoop op U groter dan de hoop die ik op mijn daden baseer. Bij mijn daden vertrouw ik op mijn oprechtheid, terwijl dat nogal gemengd is met twijfelachtigheden. Bij het zondigen vertrouw ik direct op U en Uw vergiffenis…’
Het zoontje van een moslim nam eens zijn niet moslimvriendjes mee naar huis. Het leek hem wel leuk als ze zouden mee eten.. Zijn vader zei: dat gaat niet zoon, we hebben al veel gasten en die jongens eten niet zoals wij, ze hebben geen manieren. Hij bedoelde eigenlijk we zijn met moslims onder elkaar. Maar meteen daarna hoorde hij zijn innerlijke stem: ‘Die kinderen geef ik al jaren te eten, al kennen ze Mij niet! Ik geef eten aan gelovigen en ongelovigen.’
De vader rende terug en vroeg de jongens binnen te komen. Dat was zijn innerlijke stemmetje. Zijn Munâdjât stem.
Er wordt gezegd dat Dawûd, die in de Bijbel David heet, een boodschap van Allah aan de mensen bracht waarin hij zei:‘God vraagt jullie waarom Hij jullie stemmen niet hoort. Hij zegt: ‘Niemand richt zich tot Mij; hebben zij geen wensen, geen vragen? Door deze woorden van Dawûd gingen mensen verlegen en van binnen, zich tot God richten en hem in hun eigen woorden toespreken, waarbij ze woorden zeiden die ze nog nooit tegen iemand anders hadden gezegd. Waarop Allah aan Dawûd openbaarde dat Hij Zijn licht aan hen zou schenken. Toen Dawûd naar de reden vroeg zei Hij: ‘Omdat zij zich in Munâdjât in woorden die van de bodem van hun ziel komen tot Mij hebben gericht.’
Een van de tekenen dat Allah van ons houdt en dat wij van Allah houden is dat wij op een eenzame plek vriendschap met Allah sluiten en ons innerlijk tot Hem wenden in gebed.
Iemand vroeg aan de heilige Ibrahim ibn Adham, die een bergpad afdaalde: ‘waar kom je vandaan?’ ‘Van Munâdjât met Allah’, zei hij. Hij had de eenzaamheid en de stilte van een plek in de bergen gezocht om met Hem - met Allah - alleen te zijn.
Hiermee is een poging gedaan iets van onze innerlijke stem en
onze innerlijke verbintenis met Allah te verduidelijken. We raken gehecht aan
die stem als hij eenmaal in ons spreekt en we missen hem als we helemaal alleen
voor grote beslissingen staan en zijn inspiratie moeten ontberen. Het kwijtraken
van die innerlijke stem wordt een klein persoonlijk drama genoemd door sommige
mystici. Laten we proberen een innerlijk gesprek met Allah op gang te brengen en
het niet meer kwijt te raken.
[1] Catherine Ingram. (2004). Passionate Presence: experiencing the Seven Qualities of Awakened Awareness. Gotham Books.
De samenspraak van de Vogels
Aan de hand van de bekende allegorische vertelling
De samenspraak van de Vogels, ook als De taal der vogels vertaald,
wordt ons getoond, dat een mens niet in staat is tot
werkelijke zelfkennis, zolang hij krampachtig vasthoudt
aan de steeds wisselende angsten, zorgen, vreugden
en genietingen van deze wereld.
De Simoerg, de koning der vogels, door geen vogel ooit gezien,
liet midden in China een veer van buitengewone schoonheid vallen.
De veer werd op een mooie dag door andere vogels gevonden.
Zij wisten dat geen enkele vogel veren van die schoonheid had.
Uiteindelijk kwamen ze tot de conclusie dat deze
veer afkomstig moest zijn van een vogel met uitzonderlijke kwaliteiten.
Zij droomden er altijd al van een dergelijke vogel als leider te hebben.
Daarom besloten ze de koning der vogels te gaan zoeken.
Zij waren de anarchie en corruptie onder de vogels beu en zochten
nieuw leiderschap. Ze wisten van horen zeggen dat de vesting van de koning der
vogels zich in het Kafgebergte bevond, dat rond de aarde loopt.“Laten we
allemaal naar hem toe gaan en aan hem onze eed van trouw afleggen”,zeiden zelfs
de oudste en wijze vogels. En ze riepen een wereldvergadering van vogels bij
elkaar. Alle bekende en onbekende vogels van de wereld waren bij elkaar
gekomen. Elke vogel had lang gevlogen om op de vergadering te kunnen komen en
wilde iets zeggen Zoals je kon verwachten spraken alle vogels door elkaar:
- “Er is geen land ter wereld of het heeft een koning of leider”.
- “Hoe komt het dat het koninkrijk van de vogels geen regeerder heeft?”
- “Laat iedereen met ideeën komen”
- “Hoe kunnen we dit probleem het best behandelen?”
- “Oplossingen hebben we nodig, oplossingen!”
Toen kwam opgewonden en hoopvol de Hop naar voren en stond in
het midden van de vogelvergadering. Het was Hoed-hoed, de vogel die Salomo naar
Bilqies, de koningin van Sjaba stuurde. Op haar borst droeg zij het symbool van
het pad van geestelijke kennis dat zij had betreden. Haar kuif was als een kroon
van waarheid. En zij had kennis van goed en kwaad.
“Lieve vogels” begon ze. “Ik ben één der hemels heerscharen. Ik
heb kennis van God en van de verborgenheden der schepping. Als iemand zoals ik
‘Bismillah’- in naam van God – op haar snavel heeft staan, kan je daaruit
opmaken dat zij kennis heeft van veel geheimen. Toch breng ik mijn dagen door in
verwarring en ken ik geen innerlijke rust. Met niemand heb ik een werkelijke
band, omdat ik volledig in beslag genomen wordt door de liefde voor mijn koning.
Ik kan, met mijn instinct, ondergrondse waterbronnen ontdekken. Daarnaast ken ik
veel andere verborgen dingen. Ik praatte met Salomo en ben de meest
vooraanstaande van zijn volgelingen. Veel van de schepselen om hem heen waren
lange tijd afwezig en het is verbazingwekkend dat hij daarover nooit vragen
heeft gesteld of naar hen heeft laten zoeken. Maar ik was nog maar een dag
verdwenen of hij heeft overal zijn boodschappers naar toe gezonden om naar mij
te zoeken. Iemand als Salomo kan dus geen dag zonder mij. Daaruit blijkt wel hoe
waardevol ik ben. Ik bezorgde zijn brieven en was zijn vertrouwenspersoon…” De
hop nam even een pauze om dit goed tot alle vogels door te laten dringen. Zij
wilde liever niet zichzelf zo belangrijk maken, want het ging haar om het belang
van wat zij wilde zeggen..
“Ik ken mijn Koning goed, maar ik kan er niet alleen op uit gaan
om hem te vinden. Laat je verlegenheid, je zelfzucht en je ongeloof varen; want
hij die licht van zijn eigen leven maakt, is verlost van zichzelf! Hij is
bevrijd van goed en kwaad om zijn liefde de gelegenheid te geven. Wees
edelmoedig met je leven. Zet je voeten op aarde en ga blijmoedig op het hof van
de koning af. Wij hebben een echte koning en hij woont achter de bergen die Kâf
worden genoemd. Zijn naam is Simoerg en hij is de koning der vogels!
Gezamenlijk gingen de vogels op reis en zij trokken door de zeven valleien.
De vallei van het zoeken en die van de liefde; die van kennis en
de vallei van onthechting. Daarna volgen nog de vallei van eenheid, die van
verwondering en verbijstering; en de zevende vallei, die van armoede en de
annihilatie van het ego.
Veel vogels die aan deze bedevaart waren begonnen haken af of
komen om. Uiteindelijk overleven dertig vogels – de betekenis van de naam
Simoerg – en vliegen zijn vesting binnen. “Blijvend is alleen het aangezicht van
God, Heer van majesteit en eer…” (55:27)
Ze mogen zijn aangezicht aanschouwen en ze worden zich bewust
van het feit dat zij zelf de Simoerg zijn en dat hij hen allen is.
Dit is een raamvertelling in de vorm van een gedicht van de Perzische dichter en mysticus Farid ud-Din Al-Attâr (1142-1221). Djalâl ud-Dîn Rûmî, die in het westen grote bekendheid heeft gekregen, werd door het werk van Al-Attâr sterk beïnvloed. In een van zijn gedichten zegt Rûmî: “De zeven steden van liefde heeft Al-Attâr doorkruist. Wij zijn nog steeds in de bocht van de eerste straat”.
De samenspraak van de Vogels, ook als De taal der vogels vertaald,
wordt ons getoond, dat een mens niet in staat is tot
werkelijke zelfkennis, zolang hij krampachtig vasthoudt
aan de steeds wisselende angsten, zorgen, vreugden
en genietingen van deze wereld.
De Simoerg, de koning der vogels, door geen vogel ooit gezien,
liet midden in China een veer van buitengewone schoonheid vallen.
De veer werd op een mooie dag door andere vogels gevonden.
Zij wisten dat geen enkele vogel veren van die schoonheid had.
Uiteindelijk kwamen ze tot de conclusie dat deze
veer afkomstig moest zijn van een vogel met uitzonderlijke kwaliteiten.
Zij droomden er altijd al van een dergelijke vogel als leider te hebben.
Daarom besloten ze de koning der vogels te gaan zoeken.
Zij waren de anarchie en corruptie onder de vogels beu en zochten
nieuw leiderschap. Ze wisten van horen zeggen dat de vesting van de koning der
vogels zich in het Kafgebergte bevond, dat rond de aarde loopt.“Laten we
allemaal naar hem toe gaan en aan hem onze eed van trouw afleggen”,zeiden zelfs
de oudste en wijze vogels. En ze riepen een wereldvergadering van vogels bij
elkaar. Alle bekende en onbekende vogels van de wereld waren bij elkaar
gekomen. Elke vogel had lang gevlogen om op de vergadering te kunnen komen en
wilde iets zeggen Zoals je kon verwachten spraken alle vogels door elkaar:
- “Er is geen land ter wereld of het heeft een koning of leider”.
- “Hoe komt het dat het koninkrijk van de vogels geen regeerder heeft?”
- “Laat iedereen met ideeën komen”
- “Hoe kunnen we dit probleem het best behandelen?”
- “Oplossingen hebben we nodig, oplossingen!”
Toen kwam opgewonden en hoopvol de Hop naar voren en stond in
het midden van de vogelvergadering. Het was Hoed-hoed, de vogel die Salomo naar
Bilqies, de koningin van Sjaba stuurde. Op haar borst droeg zij het symbool van
het pad van geestelijke kennis dat zij had betreden. Haar kuif was als een kroon
van waarheid. En zij had kennis van goed en kwaad.
“Lieve vogels” begon ze. “Ik ben één der hemels heerscharen. Ik
heb kennis van God en van de verborgenheden der schepping. Als iemand zoals ik
‘Bismillah’- in naam van God – op haar snavel heeft staan, kan je daaruit
opmaken dat zij kennis heeft van veel geheimen. Toch breng ik mijn dagen door in
verwarring en ken ik geen innerlijke rust. Met niemand heb ik een werkelijke
band, omdat ik volledig in beslag genomen wordt door de liefde voor mijn koning.
Ik kan, met mijn instinct, ondergrondse waterbronnen ontdekken. Daarnaast ken ik
veel andere verborgen dingen. Ik praatte met Salomo en ben de meest
vooraanstaande van zijn volgelingen. Veel van de schepselen om hem heen waren
lange tijd afwezig en het is verbazingwekkend dat hij daarover nooit vragen
heeft gesteld of naar hen heeft laten zoeken. Maar ik was nog maar een dag
verdwenen of hij heeft overal zijn boodschappers naar toe gezonden om naar mij
te zoeken. Iemand als Salomo kan dus geen dag zonder mij. Daaruit blijkt wel hoe
waardevol ik ben. Ik bezorgde zijn brieven en was zijn vertrouwenspersoon…” De
hop nam even een pauze om dit goed tot alle vogels door te laten dringen. Zij
wilde liever niet zichzelf zo belangrijk maken, want het ging haar om het belang
van wat zij wilde zeggen..
“Ik ken mijn Koning goed, maar ik kan er niet alleen op uit gaan
om hem te vinden. Laat je verlegenheid, je zelfzucht en je ongeloof varen; want
hij die licht van zijn eigen leven maakt, is verlost van zichzelf! Hij is
bevrijd van goed en kwaad om zijn liefde de gelegenheid te geven. Wees
edelmoedig met je leven. Zet je voeten op aarde en ga blijmoedig op het hof van
de koning af. Wij hebben een echte koning en hij woont achter de bergen die Kâf
worden genoemd. Zijn naam is Simoerg en hij is de koning der vogels!
Gezamenlijk gingen de vogels op reis en zij trokken door de zeven valleien.
De vallei van het zoeken en die van de liefde; die van kennis en
de vallei van onthechting. Daarna volgen nog de vallei van eenheid, die van
verwondering en verbijstering; en de zevende vallei, die van armoede en de
annihilatie van het ego.
Veel vogels die aan deze bedevaart waren begonnen haken af of
komen om. Uiteindelijk overleven dertig vogels – de betekenis van de naam
Simoerg – en vliegen zijn vesting binnen. “Blijvend is alleen het aangezicht van
God, Heer van majesteit en eer…” (55:27)
Ze mogen zijn aangezicht aanschouwen en ze worden zich bewust
van het feit dat zij zelf de Simoerg zijn en dat hij hen allen is.
Dit is een raamvertelling in de vorm van een gedicht van de Perzische dichter en mysticus Farid ud-Din Al-Attâr (1142-1221). Djalâl ud-Dîn Rûmî, die in het westen grote bekendheid heeft gekregen, werd door het werk van Al-Attâr sterk beïnvloed. In een van zijn gedichten zegt Rûmî: “De zeven steden van liefde heeft Al-Attâr doorkruist. Wij zijn nog steeds in de bocht van de eerste straat”.
Wie van de roos houdt verdraagt de doorns
Met rozen hebben we het over het rijk der planten, in het bijzonder de landplanten, van de klasse der zaadplanten, kuis en bedektzadig, behorende tot de ‘nieuwe’ tweezaadlobbigen, behorende tot de soefiorde van Rosales en de familie Rosaceae (Rozenfamilie), geslacht? Rosa! Er komen ongeveer 300 soorten in het wild voor. Daarnaast bestaan er vele veredelde vormen. De vrucht van de roos heet rozenbottel. Rozen worden al sinds duizenden jaren geteeld om hun schoonheid. Er was eens een man die een roos plantte en hem trouw water gaf. Voordat hij openging om te bloeien, bekeek hij de roos aandachtig. Hij zag de knop die op barsten stond en zag ook de doorns. Hij dacht bij zichzelf, hoe kan zo’n prachtige bloem van een plant komen die zo zwaar is belast met zoveel doorns. Terneergeslagen door deze gedachte vergat hij de roos water te geven en deze stierf voordat hij kon bloeien.
In ieder mens bevindt zich een roos. De goddelijke kwaliteiten die vanaf onze geboorte als een fitra in ons zijn geplant, groeien midden tussen de doorns, onze fouten. Velen van ons kijken naar zichzelf en zien alleen de doorns, de tekortkomingen. Dan hebben we de neiging te wanhopen en denken dat we nergens goed voor zijn. Dan vergeten we het goede in onszelf water te geven en het sterft voordat het kan bloeien. We hebben ons ons eigen potentieel niet gerealiseerd. Sommige mensen zien de roos in zichzelf niet en anderen dienen hen erop attent te maken. Het is een grote gave om aan de doorns van anderen voorbij te gaan en in hen de roos te vinden. Dat is het kenmerk van liefde, naar iemand kijken, en terwijl je diens fouten kent, het edele van zijn/haar ziel te zien en hem/haar te helpen zijn/haar tekortkomingen te overwinnen. Wanneer we hem of haar de roos laten zien zal hij of zij de doorns overwinnen.
In ieder mens bevindt zich een roos. De goddelijke kwaliteiten die vanaf onze geboorte als een fitra in ons zijn geplant, groeien midden tussen de doorns, onze fouten. Velen van ons kijken naar zichzelf en zien alleen de doorns, de tekortkomingen. Dan hebben we de neiging te wanhopen en denken dat we nergens goed voor zijn. Dan vergeten we het goede in onszelf water te geven en het sterft voordat het kan bloeien. We hebben ons ons eigen potentieel niet gerealiseerd. Sommige mensen zien de roos in zichzelf niet en anderen dienen hen erop attent te maken. Het is een grote gave om aan de doorns van anderen voorbij te gaan en in hen de roos te vinden. Dat is het kenmerk van liefde, naar iemand kijken, en terwijl je diens fouten kent, het edele van zijn/haar ziel te zien en hem/haar te helpen zijn/haar tekortkomingen te overwinnen. Wanneer we hem of haar de roos laten zien zal hij of zij de doorns overwinnen.
Het onzegbare zeggen
De dingen waar wij over vertellen kunnen nooit worden gevonden
door er alleen maar naar te zoeken, toch vinden alleen zoekers ze.
(Bayazid al-Bastâmî).
Duik daarom in de oceaan van je liefde
Kijk geduldig om je heen,
uitkijkend naar de parel die van jou is
Het domein van het hart is een grote leegte
Noem het afwezigheid – maak afwezigheid een magneet voor aanwezigheid!
Verken in jezelf de lege nacht van de woestijn.
Want die zal zich vullen met liefde, omdat leegte vervuld wil zijn.
Kom, wie je ook bent..
door er alleen maar naar te zoeken, toch vinden alleen zoekers ze.
(Bayazid al-Bastâmî).
Duik daarom in de oceaan van je liefde
Kijk geduldig om je heen,
uitkijkend naar de parel die van jou is
Het domein van het hart is een grote leegte
Noem het afwezigheid – maak afwezigheid een magneet voor aanwezigheid!
Verken in jezelf de lege nacht van de woestijn.
Want die zal zich vullen met liefde, omdat leegte vervuld wil zijn.
Kom, wie je ook bent..
De universele uitnodiging 'Kom, wie je ook bent' klinkt over de wereld. Wat uitnodigt is de Liefde. Ingaan op de uitnodiging komt voort uit Liefde.Zondag 19 februari 2012 werd de Nederlandse vertaling van de Masnawî al-Ma'nawî - het spirituele lofdicht van Mawlana Djalâl'ud-Dîn Rumi, in het theater aan het IJ in Amsterdam gepresenteerd. De Masnawî bevat poëtische en filosofische verhalen over veel onderwerpen, fabels, mystieke gedachten, opvoedkundige ideeën en adviezen. Al deze onderwerpen, die toch een geheel vormen, zijn onder één noemer te brengen: de Liefde. ‘Het doel van de liefde is God, de bron ervan is de geest’.
Voorbij beleefdheid
Djalaluddîn Rumi is in staat met woorden dichtbij het onzegbare te komen. Hij laat ons delen in zijn extase en de verborgenheden van de liefde – zowel goddelijk, erotisch als platonisch: fris, intens, eenzaam en verenigend, van de eenzame verzuchting tot de heelheid met de Ene. Van de ervaringen van de ware minnaar van God naar het verdriet over de verloren geliefde en alle stadia daar tussenin, door aardse liefde met de volledige onderdompeling in goddelijke liefde te vergelijken opent hij de liefde voor die grensoverschrijding ín ons. Je denkt te weten hoe laat het is, in welke tijd we leven, maar niemand begrijpt tijd. Het is tijd voor het gebed; tijd voor het tijdloze. Klop niet, als een bedelaar, op zomaar een deur. Reik met je lange handen voorbij een andere deur.. Voorbij de straat waarin je loopt, de straat waar iedereen zegt: hoe gaat het met je en nooit hoe gaat het niet met je... wat heb je echt nodig? |
Wat zoek je op het pad
van je eigen verbeelding?
Waarom was je je gezicht
met het bloed van je hart?
Van top tot teen, overal is waarheid,
o jij die jezelf niet kent!
Wat zoek je?
Wat zoek je?
En wie kan het verhaal vertellen van harten die bloeden?
Sjams ad-Dîn Mohammed Hâfiz (1326-1391)
Hafiz is een groot Perzisch mystiek dichter, bekend door zijn Diwân –
verzameling sûfi dichtkunst.
Hafiz kwam van Sjirâz en bracht zijn jonge jaren in armoede door. Later
kreeg hij veel bewonderaars die hem bijna als een idool aanbaden.
Zijn dichtbundels werden als orakelboeken gebruikt en werden
op willekeurige plaatsen opengeslagen om iets over het leven en
de toekomst van de lezer te zeggen. Hij schreef over liefde en wijn,
twee metaforen voor liefde voor God en mystieke extase.
Sûfi dichtkunst en literatuur gaat uit van verschillende lagen
van betekenis en staat interpretaties op allerlei niveaus toe.
Hafiz was bijzonder vanwege zijn verschillende onderwerpen in één
gazel – een lyrisch gedicht met een zich herhalend patroon van vier tot 15
verzen. De manier waarop zijn gedichten worden uitgelegd, heeft te maken
met zijn levensstijl. Volgens sommige bronnen hield hij zich voornamelijk
met godsdienstwetenschappen en mystiek bezig, terwijl de naam Hafiz
betekent dat hij de Koran uit zijn hoofd kende. Hij citeert dan ook regelmatig
de Koran in zijn gedichten. Andere gedichten gaan over wereldser zaken.
Hafiz heeft de bijnaam lisân al-ghayb – tong van het verborgene,
of vertolker van het ongeziene, gekregen, omdat zijn dichtkunst
zo mysterieus is. Op volksniveau gaf het aanleiding te denken
dat zijn verzen een voorspellende waarde hadden.
Daarnaast waren zijn gedichten populair omdat hij een meester was
in het gebruik van klankkleur en onomatopeeën. Veel van zijn gedichten
waren een soort gelijkenissen, handelend over zaken als de Rede
en de Wereldziel, begrippen uit de Griekse filosofie,
waarmee moslimkunstenaars en dichters heel vertrouwd waren.
In oereeuwigheid verscheen een glimp van uw schoonheid,
De liefde kwam op en zette de kosmos in brand.
De engelen zagen uw wangen even – zij kenden de liefde niet.
Liefde werd vuur dat uit jaloezie Adam aantastte.
De Rede wilde zijn lamp aan die vlam ontsteken… (Hafiz).